Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gedrongen:
  2. dringen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gedrongen (Nederlands) in het Spaans

gedrongen:

gedrongen bijvoeglijk naamwoord

  1. gedrongen
    rechoncho

Vertaal Matrix voor gedrongen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechoncho gedrongen ineengedrongen; poezelig

Verwante woorden van "gedrongen":


Wiktionary: gedrongen


Cross Translation:
FromToVia
gedrongen rechoncho squat — relatively short or low and thick or broad

gedrongen vorm van dringen:

dringen werkwoord (dring, dringt, drong, drongen, gedrongen)

  1. dringen (duwen)
    urgir; empujar

Conjugations for dringen:

o.t.t.
  1. dring
  2. dringt
  3. dringt
  4. dringen
  5. dringen
  6. dringen
o.v.t.
  1. drong
  2. drong
  3. drong
  4. drongen
  5. drongen
  6. drongen
v.t.t.
  1. heb gedrongen
  2. hebt gedrongen
  3. heeft gedrongen
  4. hebben gedrongen
  5. hebben gedrongen
  6. hebben gedrongen
v.v.t.
  1. had gedrongen
  2. had gedrongen
  3. had gedrongen
  4. hadden gedrongen
  5. hadden gedrongen
  6. hadden gedrongen
o.t.t.t.
  1. zal dringen
  2. zult dringen
  3. zal dringen
  4. zullen dringen
  5. zullen dringen
  6. zullen dringen
o.v.t.t.
  1. zou dringen
  2. zou dringen
  3. zou dringen
  4. zouden dringen
  5. zouden dringen
  6. zouden dringen
en verder
  1. ben gedrongen
  2. bent gedrongen
  3. is gedrongen
  4. zijn gedrongen
  5. zijn gedrongen
  6. zijn gedrongen
diversen
  1. dring!
  2. dringt!
  3. gedrongen
  4. dringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
empujar aanstoten; porren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
empujar dringen; duwen aanduwen; aanjagen; aansporen; aanzetten; aanzwiepen; doordouwen; doorzetten; duwen; een por geven; iemand van de plaats dringen; indrukken; induwen; motiveren; opdrijven; opduwen; opendrukken; openstoten; opjutten; opzwepen; porren; sterk prikkelen; stoten; verdringen; voortbewegen; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; vooruitduwen; wegjagen
urgir dringen; duwen

Verwante definities voor "dringen":

  1. mensen opzij duwen om zelf vooraan te komen1
    • de mensen stonden voor het paleis te dringen1

Wiktionary: dringen


Cross Translation:
FromToVia
dringen empujar; acuciar; arrear; impeler pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.
dringen urgir; apremiar; apretar; presionar; insistir; acelerar; activar; adelantar; apresurar presserexercer une pression, serrer plus ou moins fort.
dringen apretar serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).