Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gedraaid (Nederlands) in het Spaans

gedraaid:

gedraaid bijvoeglijk naamwoord

  1. gedraaid
    retorcido; enrollado; torcido

Vertaal Matrix voor gedraaid:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enrollado gedraaid
retorcido gedraaid
torcido gedraaid dwars; gebogen; gekromd; gekronkeld; geslingerd; hellend; krom; scheef; schuin; schuin aflopend; slingerend; steil; verbogen; verdraaid; verwrongen

gedraaid vorm van draaien:

draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)

  1. draaien (wenden; zwenken)
    girar; tornar; rodar; dar; hacer girar; regresar; apartar
  2. draaien (wentelen; roteren; rollen; ronddraaien; kantelen)
    tornar; girar; dar vueltas; tornarse
  3. draaien (wenden; keren)
  4. draaien (rondtollen; tollen)
    girar; rodar; dar vueltas; caer en; arremolinar; arremolinarse; dar vueltas a; hacer girar
  5. draaien (kolken; ronddraaien)
    girar; rodar; arremolinarse; dar vueltas; arremolinar; dar vueltas a
  6. draaien (omdraaien; keren; wenden)
  7. draaien
    la rotación

Conjugations for draaien:

o.t.t.
  1. draai
  2. draait
  3. draait
  4. draaien
  5. draaien
  6. draaien
o.v.t.
  1. draaide
  2. draaide
  3. draaide
  4. draaiden
  5. draaiden
  6. draaiden
v.t.t.
  1. heb gedraaid
  2. hebt gedraaid
  3. heeft gedraaid
  4. hebben gedraaid
  5. hebben gedraaid
  6. hebben gedraaid
v.v.t.
  1. had gedraaid
  2. had gedraaid
  3. had gedraaid
  4. hadden gedraaid
  5. hadden gedraaid
  6. hadden gedraaid
o.t.t.t.
  1. zal draaien
  2. zult draaien
  3. zal draaien
  4. zullen draaien
  5. zullen draaien
  6. zullen draaien
o.v.t.t.
  1. zou draaien
  2. zou draaien
  3. zou draaien
  4. zouden draaien
  5. zouden draaien
  6. zouden draaien
en verder
  1. ben gedraaid
  2. bent gedraaid
  3. is gedraaid
  4. zijn gedraaid
  5. zijn gedraaid
  6. zijn gedraaid
diversen
  1. draai!
  2. draait!
  3. gedraaid
  4. draaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

draaien [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het draaien (zwenken)
    el girar
    • girar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor draaien:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apartar afdraaien; afwenden; afzwenken; opzij leggen; wegdraaien
dar vueltas a prakkizeren
girar draaien; zwenken
regresar rentrees; terugkeren
rotación draaien buiging; circulatie; draaiing; kromming; omloop; ommekeer; omwenteling; opslagkosten; revolutie; ronde; rotatie; roulatie; rouleren; totale verandering; tournee; wenteling; zwenking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apartar draaien; wenden; zwenken afkeren; afscheiden; afschuiven; afsplitsen; afwenden; afwentelen; afzonderen; apart zetten; bewaren; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; isoleren; loskrijgen; losmaken; lostornen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; opsturen; opzij leggen; plaatsen; posten; sturen; toezenden; tornen; uit elkaar plaatsen; uiteenplaatsen; uiteenzetten; uithalen; uittrekken; verzenden; wegsturen; wegzenden; wegzetten
arremolinar draaien; kolken; ronddraaien; rondtollen; tollen
arremolinarse draaien; kolken; ronddraaien; rondtollen; tollen
caer en draaien; rondtollen; tollen betreden; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; doordringen; erin vallen; ingaan; penetreren
cambiar de dirección draaien; keren; omdraaien; wenden zich omdraaien
dar draaien; wenden; zwenken aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; binnen gieten; cadeau doen; cadeau geven; distribueren; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; iemand iets toedienen; iets toekennen; ingeven; meegeven; meesturen; meezenden; ondervragen; overgeven; overhandigen; overhoren; ronddelen; schenken; toebedelen; toebrengen; toekennen; toesteken; toewijzen; uithoren; uitkeren; uitreiken; uitvragen; verdelen; verhoren; verlenen; verschaffen; verstrekken
dar la vuelta draaien; keren; omdraaien; wenden keren; omkeren; omwenden; rechtsomkeer maken; rechtsomkeert maken; retourneren; teruggaan; terugkeren; terugkomen; wederkeren; weerkeren; zich omdraaien
dar vueltas draaien; kantelen; kolken; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; wentelen buitelen; cirkelen; de ronde doen; duikelen; duizelen; flikkeren; in de war maken; kelderen; kiepen; kieperen; kolken; rondgaan; tuimelen; vallen; verrollen; wervelen; wielen; zwieren
dar vueltas a draaien; keren; kolken; ronddraaien; rondtollen; tollen; wenden omwenden
dar vueltas sobre su eje draaien; keren; wenden omwenden
girar draaien; kantelen; keren; kolken; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; wenden; wentelen; zwenken afzwenken; gireren; omwenden; per postgiro betalen; rondwentelen; verrollen; zwenken
girar sobre su eje draaien; keren; wenden omwenden
hacer girar draaien; keren; rondtollen; tollen; wenden; zwenken omwenden; rondwentelen
hacer rodar draaien; keren; wenden omwenden
regresar draaien; wenden; zwenken achteruitgaan; afnemen; afzien van rechtsvervolging; declineren; keren; minder worden; omkeren; retourneren; seponeren; teruggaan; terugkeren; terugkomen; terugreizen; terugrijden; wederkeren; weerkeren
rodar draaien; keren; kolken; ronddraaien; rondtollen; tollen; wenden; zwenken controleren; dolen; doorrollen; examineren; filmen; inspecteren; keuren; omwenden; omzwerven; ronddwalen; schouwen; taxiën; waren; zwerven
tornar draaien; kantelen; keren; omdraaien; rollen; ronddraaien; roteren; wenden; wentelen; zwenken keren; omkeren; omwenden; teruggaan; zich omdraaien
tornarse draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen worden; zich omdraaien

Verwante woorden van "draaien":


Synoniemen voor "draaien":


Verwante definities voor "draaien":

  1. rondjes maken1
    • de aarde draait om de zon1
  2. het in een andere richting keren1
    • hij draaide zijn hoofd naar het raam1

Wiktionary: draaien


Cross Translation:
FromToVia
draaien tornear lathe — to shape with a lathe
draaien vuelta spin — circular motion
draaien girar turn — move around an axis through itself
draaien girar turn — change the direction or orientation of (something)
draaien contorsionar writhe — to twist or contort the body
draaien volver; tornar; voltear; devolver; mezclar; invertir retourneraller de nouveau en un lieu.
draaien girar tourner — Se mouvoir en rond, circulairement