Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
acusación
|
gedonderjaag; geravot; gestoei; stoeierij; stoeipartij
|
aanklacht; aantijging; beschuldigen; beschuldiging; gezichtsmasker; insinuatie; requisitoir; tenlastelegging; verdachtmaking
|
barullo
|
gedonderjaag; geravot; gestoei; stoeierij; stoeipartij
|
donderslagen; drukte; gedoe; gedonder; gedrang; heisa; herrie; kabaal; lawaai; leven; luidruchtigheid; omhaal; oploop; rumoer; soepzootje; spektakel; toeloop; toestand; toevloed
|
chapuzas
|
gedonderjaag; geravot; gestoei; stoeierij; stoeipartij
|
donderslagen; gedonder; geflikflooi; geklodder; geklooi; geknoei; gemier; gerommel; gerotzooi; gesjoemel; gezeur; knoeier; koekenbakker; koekhakker
|
discusión
|
gedonderjaag; geravot; gestoei; stoeierij; stoeipartij
|
argument; bespreken; conversatie; debat; discussie; dispuut; gebakkelei; gedachtenverandering; gedachtewisseling; gehakketak; geharrewar; gekibbel; gekif; gekijf; gekrakeel; geruzie; geschil; gesprek; mondeling onderhoud; reactie op; redestrijd; redetwist; ruzie; spreken over; twist; twistgesprek; verenigingsdispuut; woordenstrijd; woordenwisseling
|
follón
|
gedonderjaag; geravot; gestoei; stoeierij; stoeipartij
|
drukte; gedram; geharrewar; gemekker; gezanik; gezeur; heisa; krakeel
|
jugueteo
|
gedonderjaag; geravot; gestoei; stoeierij; stoeipartij
|
gesol; gespeel; kinderspel; spel; stoeiziekheid
|
molestia
|
gedonderjaag; geravot; gestoei; stoeierij; stoeipartij
|
allegaartje; bemoeilijking; beslommering; breidel; ergernis; geharrewar; gelazer; hinder; kwaal; last; mengelmoes; misnoegen; moeite; narigheid; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ongemak; ongerief; ontevredenheid; onvrede; overlast; samenraapsel; slepende ziekte; soesa; stoornis; trammelant
|
problemas
|
gedonderjaag; geravot; gestoei; stoeierij; stoeipartij
|
allegaartje; chagrijn; defecten; ellende; ergernis; fouten; gebreken; geharrewar; gelazer; gemekker; getob; gezanik; gezeur; kommer; kwel; mankementen; mengelmoes; misère; moeilijkheden; moeilijkheid; narigheden; narigheid; ongemakken; ongerieven; penarie; perikelen; probleem; problemen; samenraapsel; sores; tobben; trammelant; zorgen
|