Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. geconcentreerd:
  2. concentreren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geconcentreerd (Nederlands) in het Spaans

geconcentreerd:

geconcentreerd bijvoeglijk naamwoord

  1. geconcentreerd (ingespannen; verdiept)
    concentrado; con mucha atención
  2. geconcentreerd (op één punt gericht)
    concentrado

Vertaal Matrix voor geconcentreerd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
con mucha atención geconcentreerd; ingespannen; verdiept
concentrado geconcentreerd; ingespannen; op één punt gericht; van sterk gehalte; verdiept

geconcentreerd vorm van concentreren:

concentreren werkwoord (concentreer, concentreert, concentreerde, concentreerden, geconcentreerd)

  1. concentreren (samenbrengen; bijeenbrengen; bij elkaar brengen)
    juntar; reunir

Conjugations for concentreren:

o.t.t.
  1. concentreer
  2. concentreert
  3. concentreert
  4. concentreren
  5. concentreren
  6. concentreren
o.v.t.
  1. concentreerde
  2. concentreerde
  3. concentreerde
  4. concentreerden
  5. concentreerden
  6. concentreerden
v.t.t.
  1. heb geconcentreerd
  2. hebt geconcentreerd
  3. heeft geconcentreerd
  4. hebben geconcentreerd
  5. hebben geconcentreerd
  6. hebben geconcentreerd
v.v.t.
  1. had geconcentreerd
  2. had geconcentreerd
  3. had geconcentreerd
  4. hadden geconcentreerd
  5. hadden geconcentreerd
  6. hadden geconcentreerd
o.t.t.t.
  1. zal concentreren
  2. zult concentreren
  3. zal concentreren
  4. zullen concentreren
  5. zullen concentreren
  6. zullen concentreren
o.v.t.t.
  1. zou concentreren
  2. zou concentreren
  3. zou concentreren
  4. zouden concentreren
  5. zouden concentreren
  6. zouden concentreren
en verder
  1. ben geconcentreerd
  2. bent geconcentreerd
  3. is geconcentreerd
  4. zijn geconcentreerd
  5. zijn geconcentreerd
  6. zijn geconcentreerd
diversen
  1. concentreer!
  2. concentreert!
  3. geconcentreerd
  4. concentrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

concentreren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. concentreren
    la concentración

Vertaal Matrix voor concentreren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concentración concentreren aandacht verenigen; concentratie; dichtheid; geconcentreerdheid; gespannenheid; ingespannenheid
juntar aanvoegen; bijeen voegen; bijeenbrenging; muren voegen; samendoen; verbinden; verzameling; voegen
reunir bijeen voegen; bijeenbrenging; verzameling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
juntar bij elkaar brengen; bijeenbrengen; concentreren; samenbrengen bakstenen voegen; bijeen zetten; bijeenkrijgen; bijeenzamelen; koppelen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; paren; samendoen; sparen; verbinden; verenigen; vergaren; verzamelen; voegen
reunir bij elkaar brengen; bijeenbrengen; concentreren; samenbrengen bijeen harken; bijeen krijgen; bijeen scharrelen; bijeen zetten; bijeenschrapen; bijeenzamelen; bundelen; herenigen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; samenpakken; samenrapen; sparen; verenigen; vergaren; verzamelen; weer bijeenbrengen

Wiktionary: concentreren

concentreren
verb
  1. op één plek samenbrengen
  2. zich ~ op één zaak toespitsen

Cross Translation:
FromToVia
concentreren concentrarse center — concentrate on
concentreren concentrar concentrate — bring to, or direct toward, a common center
concentreren concentrar concentrate — increase the strength and diminish the bulk of, as of a liquid or an ore
concentreren concentrarse concentrate — approach or meet in a common center
concentreren concentrarse concentrate — focus one's thought or attention
concentreren concentrar; centrar konzentrieren — (reflexiv) seine Aufmerksamkeit auf eine Sache lenken

Computer vertaling door derden: