Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gebakje:
  2. gebak:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebakje (Nederlands) in het Spaans

gebakje:

gebakje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gebakje (taartje)
    la tartita; el pastel; el pastelillo

Vertaal Matrix voor gebakje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pastel gebakje; taartje biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje; korstgebak; troel; troela; trut; vetkrijt
pastelillo gebakje; taartje
tartita gebakje; taartje

Verwante woorden van "gebakje":


gebak:

gebak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de gebak (taart)
    la tarta; el pasteles; la repostería; el dulces
    • tarta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pasteles [el ~] zelfstandig naamwoord
    • repostería [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dulces [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gebak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dulces gebak; taart kandij; lekkers; snoep; snoepgoed; snoepjes; suikergoed; suikerwerk; tussendoortje; versnapering; zoetigheid
pasteles gebak; taart koeken
repostería gebak; taart
tarta gebak; taart korstgebak
- taart

Verwante woorden van "gebak":


Synoniemen voor "gebak":


Verwante definities voor "gebak":

  1. koek met slagroom of andere zoete vulling1
    • wil je gebak bij de koffie?1

Wiktionary: gebak


Cross Translation:
FromToVia
gebak bizcocho; ponqué; pastel; cake; torta; tarta; queque; pudín cake — a sweet dessert
gebak pastel; pastelería pastry — food group