Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gastvrijheid:
  2. gastvrij:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gastvrijheid (Nederlands) in het Spaans

gastvrijheid:

gastvrijheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gastvrijheid (hartelijkheid)
    la hospitalidad; la cordialidad

Vertaal Matrix voor gastvrijheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cordialidad gastvrijheid; hartelijkheid aardigheid; eerlijkheid; gemoedelijkheid; gezelligheid; gunstige gezindheid; hartelijkheid; jovialiteit; knusheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rechtschapenheid; rondborstigheid; rondheid; vriendelijkheid; vriendschappelijkheid; welwillendheid
hospitalidad gastvrijheid; hartelijkheid hartelijkheid; vriendschappelijkheid

Verwante woorden van "gastvrijheid":


Wiktionary: gastvrijheid

gastvrijheid
noun
  1. hartelijkheid voor gasten

Cross Translation:
FromToVia
gastvrijheid hospitalidad hospitality — act or service
gastvrijheid hospitalidad GastfreundschaftBereitschaft, Gäste freundlich aufzunehmen

gastvrijheid vorm van gastvrij:

gastvrij bijvoeglijk naamwoord

  1. gastvrij
    hospitalario; acogedor

Vertaal Matrix voor gastvrij:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acogedor gastvrij aangenaam; genoeglijk; gezellig; herbergzaam; huiselijk; knus; knusjes; onderhoudend; plezierig; sociabel
hospitalario gastvrij herbergzaam

Verwante woorden van "gastvrij":


Verwante definities voor "gastvrij":

  1. hartelijk voor de visite1
    • Brabanders zijn meestal erg gastvrij1

Wiktionary: gastvrij

gastvrij
adjective
  1. gul in het onthalen of herbergen van gasten

Cross Translation:
FromToVia
gastvrij hospitalario hospitable — cordial and generous towards guests

Computer vertaling door derden: