Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. garneringen:
  2. garnering:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor garneringen (Nederlands) in het Spaans

garneringen:

garneringen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de garneringen (versieringen)
    el adornos; la guarniciones

Vertaal Matrix voor garneringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adornos garneringen; versieringen sieraden
guarniciones garneringen; versieringen gajes; takelwerk

Verwante woorden van "garneringen":


garnering:

garnering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de garnering (versiering; draperie; tooi; )
    la decoración; el adorno; el ornamento

Vertaal Matrix voor garnering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adorno corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel benodigde; decoreren; glans; kwik; kwikzilver; luister; monstering; opschik; opsieren; opsmuk; opsmukken; ornament; outfit; outillage; praal; pracht; pronk; sieraad; sierstuk; smuk; toneeldecoratie; uitdossing; uitmonstering; uitrusting; uitzet; verfraaiing; versieren; versiering; versieringen aanbrengen
decoración corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel aankleding; decoratie; inrichten; inrichting; kenteken; merkteken; onderscheidingsteken; ordeteken; speldje; toneeldecoratie; versiering; wandversiering; woningdecoratie; woninginrichting
ornamento corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel ornament

Verwante woorden van "garnering":


Wiktionary: garnering


Cross Translation:
FromToVia
garnering guarnición; adorno garniture — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden: