Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gaan rijden (Nederlands) in het Spaans

gaan rijden:

gaan rijden werkwoord

  1. gaan rijden

gaan rijden [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. gaan rijden
    la puesta en marcha; el ponerse en marcha; el darse una vuelta

Vertaal Matrix voor gaan rijden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
darse una vuelta gaan rijden
ponerse en marcha gaan rijden
puesta en marcha gaan rijden ingebruikname
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ponerse en marcha gaan rijden aanvangen; beginnen; gaan varen; starten; van start gaan

Verwante vertalingen van gaan rijden