Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor functie (Nederlands) in het Spaans

functie:

functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de functie (betrekking; ambt)
    la función; el puesto; el cargo; el oficio
    • función [la ~] zelfstandig naamwoord
    • puesto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cargo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • oficio [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de functie (dienstbetrekking; positie; baan; job)
    el empleo; el trabajo
    • empleo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • trabajo [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. de functie
    la función
  4. de functie
    el rol
    • rol [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. de functie
    la característica

Vertaal Matrix voor functie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
característica functie eigenaardigheid; eigenschap; herkenningsteken; karakterbeschrijving; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karakterschets; karakterschildering; karaktertekening; karaktertrek; karaktertrekje; kenmerk; kwalititeit; merk; merkteken; merkwaardigheid; stigma; trekje; typering
cargo ambt; betrekking; functie aantijging; ambacht; arbeid; belading; beschuldiging; bezigheid; cargo; inlading; inscheping; insinuatie; inspanning; karrenvracht; lading; last; taak; vak; verdachtmaking; vracht; vrachtgoed; werk; werkzaamheid
empleo baan; dienstbetrekking; functie; job; positie aanwending; ambacht; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; bezigheid; dienst; gebruik; hobby; inspanning; inzet; job; karwei; kerkviering; loonarbeid; loonwerk; mis; taak; toepassing; vak; werk; werkgelegenheid; werkkring; werkplek; werkzaamheid
función ambt; betrekking; functie arbeid; baantje; bezigheid; happening; hobby; job; karwei; performance; show; voorstelling
oficio ambt; betrekking; functie departement; godsdienstoefening; godsdienstplechtigheid; ministerie
puesto ambt; betrekking; functie arbeidsplaats; kraam; kraampje; locatie; plaats; plek; raadszetel; stalletje; stand; standoord
rol functie beveiligingsrol; rol; scheepsrol
trabajo baan; dienstbetrekking; functie; job; positie ambacht; arbeid; arbeidsplaats; baantje; beroep; bezigheid; broodwinning; gespeel; grote daad; hobby; inspanning; job; karwei; kinderspel; kostwinning; loonarbeid; loonwerk; métier; prestatie; stiel; taak; vak; verrichting; werk; werkzaamheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
puesto corpulent; dik; gelegd; gezet; lijvig; opgezet dier; zwaarlijvig

Verwante woorden van "functie":


Verwante definities voor "functie":

  1. waarvoor het dient1
    • wat is de functie van deze knop?1
  2. werk dat je moet doen1
    • welke functie heeft zij in dat bedrijf?1

Wiktionary: functie

functie
noun
  1. taak
  2. positie binnen een bedrijf of organisatie
  3. (wiskunde) afhankelijkheid tussen een element en een veranderlijke

Cross Translation:
FromToVia
functie función function — what something does or is used for
functie cargo function — professional or official position
functie función function — mathematics: one-to-one relation
functie función function — computing: routine that returns a result
functie función function — biology: physiological activity of an organ or body part
functie función use — function
functie posición PositionAnstellung, berufliche Stellung
functie puesto de trabajo; puesto; plaza; autoridad StelleArbeitsplatz
functie posición Stellungberufliche Position
functie función; cargo; oficio; empleo fonction — Activité qui tend à un but précis

Verwante vertalingen van functie