Nederlands
Uitgebreide vertaling voor frequenter (Nederlands) in het Spaans
frequenter:
-
frequenter (vaker)
más frecuentemente-
más frecuentemente bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor frequenter:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
más frecuentemente | frequenter; vaker |
Verwante woorden van "frequenter":
frequenter vorm van frequent:
-
frequent (dikwijls; vaak; veelvuldig; regelmatig; meermaals; menigmaal)
frecuentemente; frecuente; con frecuencia; a menudo; usualmente; regular; mucho; periódico; muy; mucha-
frecuentemente bijvoeglijk naamwoord
-
frecuente bijvoeglijk naamwoord
-
con frecuencia bijvoeglijk naamwoord
-
a menudo bijvoeglijk naamwoord
-
usualmente bijvoeglijk naamwoord
-
regular bijvoeglijk naamwoord
-
mucho bijvoeglijk naamwoord
-
periódico bijvoeglijk naamwoord
-
muy bijvoeglijk naamwoord
-
mucha bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor frequent:
Verwante woorden van "frequent":
Computer vertaling door derden: