Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. fluiten:
  2. fluit:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fluiten (Nederlands) in het Spaans

fluiten:

fluiten werkwoord (fluit, floot, floten, gefloten)

  1. fluiten (pijpen; blazen)
    tocar la flauta; soplar; silbar

Conjugations for fluiten:

o.t.t.
  1. fluit
  2. fluit
  3. fluit
  4. fluiten
  5. fluiten
  6. fluiten
o.v.t.
  1. floot
  2. floot
  3. floot
  4. floten
  5. floten
  6. floten
v.t.t.
  1. heb gefloten
  2. hebt gefloten
  3. heeft gefloten
  4. hebben gefloten
  5. hebben gefloten
  6. hebben gefloten
v.v.t.
  1. had gefloten
  2. had gefloten
  3. had gefloten
  4. hadden gefloten
  5. hadden gefloten
  6. hadden gefloten
o.t.t.t.
  1. zal fluiten
  2. zult fluiten
  3. zal fluiten
  4. zullen fluiten
  5. zullen fluiten
  6. zullen fluiten
o.v.t.t.
  1. zou fluiten
  2. zou fluiten
  3. zou fluiten
  4. zouden fluiten
  5. zouden fluiten
  6. zouden fluiten
diversen
  1. fluit!
  2. fluit!
  3. gefloten
  4. fluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor fluiten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
silbar blazen; fluiten; pijpen fluisteren; knisperen; lispelen; ritselen; ruisen; sissen; suizelen; suizen; uitfluiten
soplar blazen; fluiten; pijpen blazen; doorslaan; hard waaien; hijgen; pimpelen; puffen; uitademen; uitblazen; verklappen; verraden; voorzeggen; waaien; wegblazen
tocar la flauta blazen; fluiten; pijpen

Verwante woorden van "fluiten":


Verwante definities voor "fluiten":

  1. door blazen een geluid maken1
    • de vogels floten in de bomen1

Wiktionary: fluiten

fluiten
verb
  1. geluid van een fluit voortbrengen

Cross Translation:
FromToVia
fluiten silbar; chiflar; pitar whistle — to produce a whistling sound

fluit:

fluit [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de fluit
    la flauta; el pito
    • flauta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pito [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fluit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flauta fluit
pito fluit peuk; uitgedrukte sigaret

Verwante woorden van "fluit":


Wiktionary: fluit


Cross Translation:
FromToVia
fluit flauta flute — woodwind instrument
fluit zampoña; gaita; pito; chiflo; flauta pipe — musical instrument
fluit flauta Flöte — ein Blasinstrument, ein Musikinstrument
fluit flauta flûte — (musique) instrument à vent sous forme de tuyau percer d’orifices. De l’air souffler est mis en vibration par un biseau disposé près de l’embouchure du tuyau dont la longueur est déterminée par le nombre et la taille d’orifices disposés sur le [[corps