Nederlands
Uitgebreide vertaling voor flapuit (Nederlands) in het Spaans
flapuit:
-
de flapuit
-
flapuit (kletserig; praatziek; spraakzaam; praatgraag; indiscreet; mededeelzaam; babbelziek; loslippig; kletsgraag; babbelachtig)
chismoso; cotilla; locuaz; parlanchín-
chismoso bijvoeglijk naamwoord
-
cotilla bijvoeglijk naamwoord
-
locuaz bijvoeglijk naamwoord
-
parlanchín bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor flapuit:
Verwante woorden van "flapuit":
Computer vertaling door derden: