Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. filosoferen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor filosoferen (Nederlands) in het Spaans

filosoferen:

filosoferen werkwoord (filosofeer, filosofeert, filosofeerde, filosofeerden, gefilosofeerd)

  1. filosoferen
    filosofar

Conjugations for filosoferen:

o.t.t.
  1. filosofeer
  2. filosofeert
  3. filosofeert
  4. filosoferen
  5. filosoferen
  6. filosoferen
o.v.t.
  1. filosofeerde
  2. filosofeerde
  3. filosofeerde
  4. filosofeerden
  5. filosofeerden
  6. filosofeerden
v.t.t.
  1. heb gefilosofeerd
  2. hebt gefilosofeerd
  3. heeft gefilosofeerd
  4. hebben gefilosofeerd
  5. hebben gefilosofeerd
  6. hebben gefilosofeerd
v.v.t.
  1. had gefilosofeerd
  2. had gefilosofeerd
  3. had gefilosofeerd
  4. hadden gefilosofeerd
  5. hadden gefilosofeerd
  6. hadden gefilosofeerd
o.t.t.t.
  1. zal filosoferen
  2. zult filosoferen
  3. zal filosoferen
  4. zullen filosoferen
  5. zullen filosoferen
  6. zullen filosoferen
o.v.t.t.
  1. zou filosoferen
  2. zou filosoferen
  3. zou filosoferen
  4. zouden filosoferen
  5. zouden filosoferen
  6. zouden filosoferen
diversen
  1. filosofeer!
  2. filosofeert!
  3. gefilosofeerd
  4. filosoferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor filosoferen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
filosofar filosoferen