Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Vertaal ficheren

Vertaal ficheren van Nederlands naar Spaans

Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ficheren:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ficheren (Nederlands) in het Spaans

ficheren:

ficheren werkwoord (ficheer, ficheert, ficheerde, ficheerden, geficheerd)

  1. ficheren
    clasificar; ordenar; organizar; sistematizar

Conjugations for ficheren:

o.t.t.
  1. ficheer
  2. ficheert
  3. ficheert
  4. ficheren
  5. ficheren
  6. ficheren
o.v.t.
  1. ficheerde
  2. ficheerde
  3. ficheerde
  4. ficheerden
  5. ficheerden
  6. ficheerden
v.t.t.
  1. heb geficheerd
  2. hebt geficheerd
  3. heeft geficheerd
  4. hebben geficheerd
  5. hebben geficheerd
  6. hebben geficheerd
v.v.t.
  1. had geficheerd
  2. had geficheerd
  3. had geficheerd
  4. hadden geficheerd
  5. hadden geficheerd
  6. hadden geficheerd
o.t.t.t.
  1. zal ficheren
  2. zult ficheren
  3. zal ficheren
  4. zullen ficheren
  5. zullen ficheren
  6. zullen ficheren
o.v.t.t.
  1. zou ficheren
  2. zou ficheren
  3. zou ficheren
  4. zouden ficheren
  5. zouden ficheren
  6. zouden ficheren
en verder
  3. is geficheerd
  6. zijn geficheerd
diversen
  1. ficheer!
  2. ficheert!
  5. geficheerd
  6. ficherend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ficheren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clasificar rangschikken; rangschikking
organizar organiseren; regelen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clasificar ficheren arrangeren; classificeren; groeperen; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; indelen; klasseren; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; ordenen; plaatsen; rangeren; rangordenen; rangschikken; schiften; sorteren; systematiseren; uitzoeken
ordenar ficheren aanvoeren; afdoen; afhandelen; afkondigen; arrangeren; belasten; bergen; beslechten; bevel voeren over; bevelen; classificeren; commanderen; decreteren; dicteren; dwingen; forceren; gebieden; gelasten; groeperen; indelen; instructie geven; instrueren; klusje opknappen; klussen; leiden; leidinggeven; op orde brengen; opdracht geven; opdragen; opknappen; opruimen; ordenen; ordonneren; rangeren; rangordenen; rangschikken; renoveren; restaureren; schiften; sorteren; systematiseren; twist uit de weg ruimen; uitzoeken; verordenen; verordineren; verordonneren; voorschrijven
organizar ficheren arrangeren; groeperen; iets op touw zetten; indelen; ordenen; regelen; systematiseren
sistematizar ficheren arrangeren; groeperen; indelen; ordenen; systematiseren

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0258 seconde
Page rendered in 1.0 seconds