Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. feestvierder:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor feestvierder (Nederlands) in het Spaans

feestvierder:

feestvierder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de feestvierder (feestneus)
    el jaranero; el fiestero; el juerguista

Vertaal Matrix voor feestvierder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiestero feestneus; feestvierder
jaranero feestneus; feestvierder
juerguista feestneus; feestvierder boemelaar; slemper; zwelger

Verwante woorden van "feestvierder":

  • feestvierders