Nederlands
Uitgebreide vertaling voor familiair (Nederlands) in het Spaans
familiair:
-
familiair (makkelijk in de omgang)
familiar; informal; confianzudo-
familiar bijvoeglijk naamwoord
-
informal bijvoeglijk naamwoord
-
confianzudo bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor familiair:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
familiar | familielid; gezinslid | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
confianzudo | familiair; makkelijk in de omgang; tutoyerend | bekend; vertrouwd |
familiar | familiair; makkelijk in de omgang; tutoyerend | aangenaam; behaaglijk; bekend; gemeenzaam; intiem; knus; vertrouwd; vertrouwelijk |
informal | familiair; makkelijk in de omgang; tutoyerend | informeel; niet officieel; nonchalant; officieus; onbevestigd; onofficieel; voorlopig; vrijblijvend; zijdelings |