Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
-
eten:
- comer; comer con gusto; saborear; disfrutar comiendo; picar; mandarse un ...; desplegar; morfar; desincrustar; tomar; aprovechar; cenar; consumir; comerse; devorar; atiborrarse
- comida; almuerzo; alimentación; nutrición; alimento; alimentos; víveres; comestibles; vianda; productos alimenticios; provisiones; vituallas
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor eten (Nederlands) in het Spaans
eten:
-
eten (bikken; naar binnen werken)
comer; comer con gusto; saborear; disfrutar comiendo; picar; mandarse un ...; desplegar; morfar; desincrustar-
comer werkwoord
-
comer con gusto werkwoord
-
saborear werkwoord
-
disfrutar comiendo werkwoord
-
picar werkwoord
-
mandarse un ... werkwoord
-
desplegar werkwoord
-
morfar werkwoord
-
desincrustar werkwoord
-
-
eten (opeten)
– iets als voedsel tot je nemen 1 -
eten (nuttigen; consumeren; gebruiken; opeten; verorberen; tot zich nemen; oppeuzelen)
– iets als voedsel tot je nemen 1comer; cenar; aprovechar; consumir-
comer werkwoord
-
cenar werkwoord
-
aprovechar werkwoord
-
consumir werkwoord
-
-
eten (verorberen; consumeren; vreten; tot zich nemen; bunkeren; nuttigen; naar binnen werken; bikken; zitten proppen; schransen; tegoed doen; opeten; schrokken)
Conjugations for eten:
o.t.t.
- eet
- eet
- eet
- eten
- eten
- eten
o.v.t.
- at
- at
- at
- aten
- aten
- aten
v.t.t.
- heb gegeten
- hebt gegeten
- heeft gegeten
- hebben gegeten
- hebben gegeten
- hebben gegeten
v.v.t.
- had gegeten
- had gegeten
- had gegeten
- hadden gegeten
- hadden gegeten
- hadden gegeten
o.t.t.t.
- zal eten
- zult eten
- zal eten
- zullen eten
- zullen eten
- zullen eten
o.v.t.t.
- zou eten
- zou eten
- zou eten
- zouden eten
- zouden eten
- zouden eten
en verder
- is gegeten
- zijn gegeten
diversen
- eet!
- eet!
- gegeten
- etend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het eten (maaltijd; diner; maal)
– wat je bij de maaltijd tot je neemt 1 -
het eten (spijziging; voeding; voedsel; kost)
– wat je bij de maaltijd tot je neemt 1 -
het eten (voeding; voedsel; spijs; eetwaren; proviand)
– wat je bij de maaltijd tot je neemt 1la comida; el alimentos; el víveres; el comestibles; la vianda; la nutrición; el productos alimenticios; la alimentación; la provisiones; la vituallas
Vertaal Matrix voor eten:
Verwante woorden van "eten":
Synoniemen voor "eten":
Verwante definities voor "eten":
Wiktionary: eten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eten | → cena | ↔ dinner — main meal of the day |
• eten | → comer | ↔ eat — consume |
• eten | → comida; alimento | ↔ food — any substance consumed by living organisms to sustain life |
• eten | → alimento; plato; manjar | ↔ nourriture — aliment. |
• eten | → comida | ↔ repas — Nourriture (sens général) |