Nederlands
Uitgebreide vertaling voor erbij passen (Nederlands) in het Spaans
erbij passen:
-
erbij passen
Conjugations for erbij passen:
o.t.t.
- pas erbij
- past erbij
- past erbij
- passen erbij
- passen erbij
- passen erbij
o.v.t.
- paste erbij
- paste erbij
- paste erbij
- pasten erbij
- pasten erbij
- pasten erbij
v.t.t.
- heb erbij gepast
- hebt erbij gepast
- heeft erbij gepast
- hebben erbij gepast
- hebben erbij gepast
- hebben erbij gepast
v.v.t.
- had erbij gepast
- had erbij gepast
- had erbij gepast
- hadden erbij gepast
- hadden erbij gepast
- hadden erbij gepast
o.t.t.t.
- zal erbij passen
- zult erbij passen
- zal erbij passen
- zullen erbij passen
- zullen erbij passen
- zullen erbij passen
o.v.t.t.
- zou erbij passen
- zou erbij passen
- zou erbij passen
- zouden erbij passen
- zouden erbij passen
- zouden erbij passen
diversen
- pas erbij!
- past erbij!
- erbij gepast
- erbij passend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor erbij passen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ir | erbij passen | gaan; lopen; stappen; zich begeven; zich voortbewegen |