Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
acabado
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
afkrijgen; afwerking; fineer
|
afinado
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
|
barniz
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
fineer; glanslak; glansverf; heiigheid; lakverf; vernis; waas
|
cinta de llegada
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
|
fin
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
beëindiging; citadel; conclusie; crypte; deurslot; doel; doeleinde; doelschijf; doelstelling; einde; end; finale; graf; grafplaats; intentie; inzet; kasteel; moedwil; onderaardse gang; oogmerk; ridderkasteel; ridderslot; rustplaats; slot; slotbeschouwing; sluiting; streven; toeleg; uiteinde; volbrenging; voltooiing; voornemen
|
final
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
beslissende wedstrijd; beslissingswedstrijd; beëindiging; citadel; conclusie; einde; eindstrijd; finale; kasteel; laatste gedeelte; laatste opvoering; ridderkasteel; ridderslot; slot; slotbeschouwing; slotnummer; slotstuk; sluiting; sluitstuk; uiteinde
|
llegada
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
aankomen; arriveren; binnenkomst; entree; inkomst; intocht; intrede; komen; komst; overkomst
|
línea de llegada
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
|
marca
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
beeldmerk; brandmerk; eigenschap; handelsmerk; herkenningsteken; kenmerk; kenteken; keurmerk; keurstempel; label; logo; markering; merk; merknaam; merkteken; onderscheidingsteken; ontvangstbewijs; record; reçu; smet; stigma; vlag; vlek; wondteken van Christus
|
punto final
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
|
terminación
|
einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet
|
afbouwen; afwerking; completering; conclusie; slotbeschouwing; volbrenging; voltooiing
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
acabado
|
|
af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij
|
final
|
|
achterste; definitieve; finaal; laatste; ten slotte; uiteindelijk
|