Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- eigenaar:
-
Wiktionary:
- eigenaar → propietario, dueño
- eigenaar → propietario, dueño, poseedor
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor eigenaar (Nederlands) in het Spaans
eigenaar:
-
de eigenaar (houder; bezitter; drager)
-
de eigenaar
el propietario
Vertaal Matrix voor eigenaar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
poseedor | bezitter; drager; eigenaar; houder | |
propietario | bezitter; drager; eigenaar; houder | conciërge; grondbezitter; grondeigenaar; hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; landbezitter; landeigenaar; landheer; portier |
Verwante woorden van "eigenaar":
Wiktionary: eigenaar
eigenaar
Cross Translation:
noun
-
iemand wiens bezit iets is
- eigenaar → propietario; dueño
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eigenaar | → propietario | ↔ Besitzer — Recht: die Person / Personen, die die tatsächliche Herrschaft über eine Sache ausüben |
• eigenaar | → propietario; dueño; poseedor | ↔ owner — one who owns |
• eigenaar | → propietario | ↔ proprietor — owner |
• eigenaar | → dueño | ↔ propriétaire — Celui, celle à qui une chose appartenir en propriété. |