Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eerlijkheid (Nederlands) in het Spaans

eerlijkheid:

eerlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de eerlijkheid (rechtschapenheid; oprechtheid)
    la sinceridad; la honestidad; la cordialidad; la fidelidad; la candidez; la apertura; la abertura; el candor; la honradez

Vertaal Matrix voor eerlijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abertura eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid aanvang; achterbuurt; begin; buurtschap; doorkijk; gat; gehucht; gribus; insnijding; inzet; kijkje; kloof; krottenbuurt; krottenwijk; lek; lekken; onbevangenheid; openhartigheid; openheid; opening; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; spleet; split; staartstuk; start; stuit; tussenruimte; uitsparing
apertura eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid buurtschap; gat; gehucht; ontsluiten; ontsluiting; openhartigheid; openheid; openlegging; openstelling; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; voorprogramma
candidez eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid argeloosheid; goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit; naïviteit; onbedorvenheid; onschuld; openhartigheid; openheid; oprechtheid; puurheid; rondborstigheid; rondheid; waarheidszin
candor eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid
cordialidad eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid aardigheid; gastvrijheid; gemoedelijkheid; gezelligheid; gunstige gezindheid; hartelijkheid; jovialiteit; knusheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; vriendelijkheid; vriendschappelijkheid; welwillendheid
fidelidad eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid aanhankelijkheid; affectie; beeldkwaliteit; gehechtheid; getrouwheid; integriteit; loyaliteit; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; trouw; trouwhartigheid; verknochtheid
honestidad eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid braafheid; clementie; compassie; getrouwheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; integriteit; keurigheid; loyaliteit; mildheid; netheid; onberispelijkheid; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; ordelijkheid; properheid; rondborstigheid; rondheid; smetteloosheid; trouw; trouwhartigheid; welwillendheid
honradez eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid betamelijkheid; clementie; compassie; deugd; fatsoen; fatsoenlijkheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; keurigheid; mildheid; netheid; onberispelijkheid; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordelijkheid; rondborstigheid; rondheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid; welwillendheid
sinceridad eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid getrouwheid; integriteit; loyaliteit; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; puurheid; rondborstigheid; rondheid; trouw; trouwhartigheid; welgemeendheid

Verwante woorden van "eerlijkheid":


Wiktionary: eerlijkheid


Cross Translation:
FromToVia
eerlijkheid honradez; honestidad; sinceridad honesty — quality of being honest
eerlijkheid verdad truth — state or quality of being true to someone or something

eerlijk:

eerlijk bijvoeglijk naamwoord

  1. eerlijk (fair)
    sincero; honesto; correcto; justo; honrado; decente; equitativo
  2. eerlijk (rechtschapen; rechtvaardig; braaf; rechtgeaard)
    sincero; honrado; fiel; recto; leal; bueno; honesto
    • sincero bijvoeglijk naamwoord
    • honrado bijvoeglijk naamwoord
    • fiel bijvoeglijk naamwoord
    • recto bijvoeglijk naamwoord
    • leal bijvoeglijk naamwoord
    • bueno bijvoeglijk naamwoord
    • honesto bijvoeglijk naamwoord
  3. eerlijk (rondborstig; oprecht; fideel; trouwhartig; openhartig)
    fiel; honesto; puro; directo; ingenuo; auténtico; justo; verdadero; sincero; real; realmente; recto; honrado; veraz; franco; fiable; leal; de verdad; obediente; genuino; íntegro; francamente; de veras; rotundamente; abiertamente; sin sal; lealmente; no salado; con sinceridad; sin rebozo
  4. eerlijk (rechtschapen; oprecht; open)
    sincero; honesto; correcto; íntegro; honrado
  5. eerlijk (oprecht; echt; ronduit; menens)
    sincero

Vertaal Matrix voor eerlijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiel godsdienstige; godvruchtige; vrome
franco franc; frank
honesto eerlijke; rechtschapene
honrado eerlijke; rechtschapene
justo eerlijke; rechtschapene; rechtvaardige
recto endeldarm
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
real eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig aanzienlijk; aristocratisch; daadwerkelijk; deftig; echte; eigenlijk; feitelijk; gedistingeerd; imperiaal; in feite; in werkelijkheid; keizerlijk; koninklijk; reëel; royaal; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk; werkelijk; werkelijke
- oprecht; rechtvaardig
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
justo precies goed
real real
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abiertamente eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig attent; contemplatief; cru; galant; gewoonweg; gladweg; hoffelijk; niet dicht; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechttoe rechtaan; ridderlijk; ronduit; voorkomend; vrij; vrijelijk; vrijuit
auténtico eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig authentiek; contemplatief; echt; effectief; heus; metterdaad; onvermengd; onvervalst; oorspronkelijk; origineel; puur; reëel; voorwaar; waar; waarachtig; warempel; werkelijk; zuiver
bueno braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; attent; attractief; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; braaf; braafjes; charmant; correct; deugdzaam; fijn; goddelijk; goed; goedaardig; goedhartig; heerlijk; hemels; hulpvaardig; juist; knap; lekker; lief; momenteel; mooi; nou; nu; op dit moment; paradijselijk; plezierig; precies; prettig; smakelijk; subtiel; tegenwoordig; tja; verlokkend; verrukkelijk; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zalig; ziezo; zoet
con sinceridad eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig ongeveinsd; oprecht
correcto eerlijk; fair; open; oprecht; rechtschapen beschaafd; chic; correct; deugdzaam; eerzaam; elegant; esthetisch; fatsoenlijk; foutloos; gepast; goed; juist; keurig; modieuze verfijning; netjes; netto; onbelast; onberispelijk; onbesproken; onvermengd; onversneden; ordentelijk; perfect; precies; puur; sec; smaakvol; stijlvol; terdege; verfijnd; volmaakt; wel degelijk; welgemanierd; welopgevoed; zedig; zuiver
de veras eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig daadwerkelijk; echt; effectief; feitelijk; heus; in feite; in werkelijkheid; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
de verdad eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig echt; effectief; gewoonweg; heus; klinkklaar; metterdaad; puur; regelrecht; reëel; ronduit; voorwaar; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
decente eerlijk; fair beschaafd; betamelijk; correct; decent; deugdzaam; eerbaar; eerbiedwekkend; eerzaam; fatsoenlijk; gepast; geschikt; hebbelijk; indrukwekkend; keurig; kies; kuis; maagdelijk; manierlijk; netjes; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; ordentelijk; proper; puur; rein; respectabel; schoon; sec; tof; welgemanierd; welgevoeglijk; welopgevoed; welvoeglijk; zedig; zindelijk; zuiver
directo eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig dadelijk; direct; directe; duidelijk; gelijk; koel; linea recta; meteen; nuchter; onmiddellijk; onverwijld; prompt; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht; subiet; terstond; zakelijk
equitativo eerlijk; fair
fiable eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig bedrijfszeker
fiel braaf; eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig expressief; getrouw; getrouwe; loyaal; loyale; natuurgetrouw; realistisch; sprekend; trouw; trouwe; vol uitdrukking; waarheidsgetrouw
francamente eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig botweg; cru; doodgewoon; gemeen; gewoonweg; gladweg; gulweg; klinkklaar; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onbewimpeld; onedel; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit; zuiver
franco eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig franco; frank; gratis; kosteloos; onbelemmerd; onbevangen; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverholen; onverhuld; open; openhartig; oprecht; pro deo; rechttoe; ronduit; volmondig; voor niets; vrachtvrij; vrij; vrijelijk; vrijuit; zonder kosten
genuino eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; onvermengd; puur; virginaal; waar; waarachtig; werkelijk; zuiver
honesto braaf; eerlijk; fair; fideel; open; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig betamelijk; betrouwbaar; braafjes; degelijk; degelijke; deugdelijk; deugdzaam; echt; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; gedegen; geschikt; in hart en nieren; integer; keurig; kies; kuis; net; netjes; onbesproken; ongeveinsd; onkreukbaar; oprecht; ordentelijk; rechtgeaard; rechtschapen; rein; respectabel; schoon; tof; van goede hoedanigheid; welgevoeglijk; welvoeglijk; zedig
honrado braaf; eerlijk; fair; fideel; open; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig contemplatief; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; getrouw; keurig; kies; loyaal; netjes; ordentelijk; respectabel; trouw; zedig
ingenuo eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig argeloos; goedgelovig; lichtgelovig; naief; natuurlijk; naïef; onbekrompen; onbevangen; ongedwongen; ongekunsteld; ongeveinsd; onnozel; oprecht; wereldvreemd
justo eerlijk; fair; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig afgepast; billijk; contemplatief; correct; ferm; fiks; flink; gegrond; geldig; gepast; gerechtvaardigd; geschikt; gewettigd; goed; juist; keurig; kuis; net; net aan; netjes; precies; rechtmatig; rechtvaardig; redelijk; rein; schappelijk; schoon; stevig; terecht; valide; wetmatig; wettig
leal braaf; eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig getrouw; getrouwe; loyaal; loyale; toegewijd; trouw; trouwe
lealmente eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig
no salado eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig
obediente eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig braaf; deugdzaam; dienstbaar; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lief; meegaand; slaafs; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; voorbeeldig; vormbaar; zoet
puro eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig baarlijk; blank; echt; gaaf; gewoonweg; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; net; onaangeraakt; onbesmet; onbevlekt; onbewimpeld; onbezwaard; ongelakt; ongerept; onomwonden; onschuldig; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; onzinnig; openhartig; pure; puur; rechttoe; rein; ronduit; ruiterlijk; schoon; virginaal; vlekkeloos; zuiver; zuivere
realmente eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig alledaags; beslist; daadwerkelijk; echt; eenvoudig; feitelijk; geheid; gemeen; gewend; gewis; gewoon; gewoonweg; heus; in feite; in werkelijkheid; jazeker; klinkklaar; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; metterdaad; niets bijzonders; onedel; ordinair; rechttoe; reëel; stellig; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker
recto braaf; eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig direct; duidelijk; integer; kaarsrecht; lijnrecht; linea recta; loodrecht; onbesproken; onkreukbaar; recht; recht door zee; rechtschapen; rechtstreeks; regelrecht
rotundamente eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig botweg; gewoonweg; gladaf; gladweg; ronduit
sin rebozo eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig ongeveinsd; oprecht
sin sal eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig flauw; laf; smakeloos; zonder smaak; zonder zout; zouteloos; zoutloos
sincero braaf; echt; eerlijk; fair; fideel; menens; open; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig diep; diepgevoeld; gemeend; goedbedoeld; innig; intens; intensief; intiem; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; van harte; vertrouwelijk; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit; welgemeend
veraz eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig
verdadero eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig daadwerkelijk; echt; effectief; eigenlijk; feitelijk; gewoonweg; heus; in feite; in werkelijkheid; klinkklaar; metterdaad; ongeveinsd; onvermengd; oprecht; puur; rechttoe; reëel; voorwaar; waar; waarachtig; warempel; werkelijk; zuiver
íntegro eerlijk; fideel; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; rondborstig; trouwhartig faliekant; finaal; gaaf; hartstikke; helemaal; integer; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbeschadigd; onbesproken; ongebruikt; ongeopend; ongerept; onkreukbaar; onverkort; puntgaaf; puur; rechtschapen; vierkant; virginaal; volstrekt; zuiver

Verwante woorden van "eerlijk":


Synoniemen voor "eerlijk":


Antoniemen van "eerlijk":


Verwante definities voor "eerlijk":

  1. volgens het idee dat iedereen evenveel (kansen) moet krijgen1
    • hij gaat voor zijn beurt, dat is niet eerlijk1
  2. wie de waarheid spreekt en niet bedriegt1
    • je moet eerlijk tegen me zijn1

Wiktionary: eerlijk

eerlijk
adjective
  1. vrij van leugen en bedrog
  2. op een gepaste, eervolle wijze

Cross Translation:
FromToVia
eerlijk franco candid — straightforward, open and sincere
eerlijk justo; equitativo fair — just, equitable
eerlijk franco frank — bluntly honest
eerlijk sincero; honesto honest — scrupulous with regard to telling the truth
eerlijk justo just — factually fair, correct
eerlijk limpio fair — den Regeln, Richtlinien entsprechend
eerlijk bravo; leal; animoso bravecourageux ; vaillant
eerlijk leal; honrado honnête — Qui est conforme à la vertu, à la probité, à l’honneur.
eerlijk osado; valiente; bravo; leal; animoso vaillant — Qui a de la vaillance, qui est courageux.

Computer vertaling door derden: