Nederlands
Uitgebreide vertaling voor eentje (Nederlands) in het Spaans
eentje:
-
eentje (een)
Vertaal Matrix voor eentje:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
solo | alleenzang; solo; solodeel; solopartij; solospel; solozang | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
completamente solo | een; eentje | |
solo | een; eentje | afzonderlijk; alleenstaand; apart; enkel; enkelvoudig; gescheiden; losstaand; onafhankelijk; op zich; op zichzelf; op zichzelf staand; separaat; single; vereenzaamd; vrijstaand |
Verwante woorden van "eentje":
eentje vorm van een:
-
een (eentje)
Vertaal Matrix voor een:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
solo | alleenzang; solo; solodeel; solopartij; solospel; solozang | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | één | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
completamente solo | een; eentje | |
solo | een; eentje | afzonderlijk; alleenstaand; apart; enkel; enkelvoudig; gescheiden; losstaand; onafhankelijk; op zich; op zichzelf; op zichzelf staand; separaat; single; vereenzaamd; vrijstaand |
Verwante woorden van "een":
Antoniemen van "een":
Verwante definities voor "een":
Wiktionary: een
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• een | → una; un | ↔ an — indefinite article |
• een | → elenco | ↔ cast — to assign a role in a play or performance |
• een | → uno | ↔ one — cardinal number 1 |
• een | → un | ↔ one — of a period of time |
• een | → un | ↔ ein — unbestimmter Artikel des Maskulinums im Nominativ |
• een | → uno | ↔ eins — die Kardinalzahl zwischen null und zwei |
• een | → uno; un | ↔ un — Marque l’unité |
• een | → un | ↔ un — Déterminant placé devant un nom. |