Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. economie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor economie (Nederlands) in het Spaans

economie:

economie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de economie (economiestudie)
    el industria y comercio
  2. de economie (staathuishoudkunde; volkshuishouding)
    la economía

Vertaal Matrix voor economie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
economía economie; staathuishoudkunde; volkshuishouding bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; kostenbesparing; kostenverlaging; verkorting; zuinig zijn; zuinigheid
industria y comercio economie; economiestudie bedrijfsleven

Wiktionary: economie


Cross Translation:
FromToVia
economie economía economics — study
economie economía economy — effective management of the resources of a community or system
economie economía economy — production and distribution and consumption
economie economía WirtschaftGesamtheit menschlichen Handelns und der dazu benötigten Werkzeuge und Einrichtungen zur Befriedigung von Bedürfnissen
economie economía Ökonomie — die Struktur der Wirtschaft eines Gebietes
economie economía Ökonomiesparsamer Gebrauch/Umgang von/mit etwas

Verwante vertalingen van economie