Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor dorsen (Nederlands) in het Spaans
dorsen:
Conjugations for dorsen:
o.t.t.
- dors
- dorst
- dorst
- dorsen
- dorsen
- dorsen
o.v.t.
- dorste
- dorste
- dorste
- dorsten
- dorsten
- dorsten
v.t.t.
- heb gedorst
- hebt gedorst
- heeft gedorst
- hebben gedorst
- hebben gedorst
- hebben gedorst
v.v.t.
- had gedorst
- had gedorst
- had gedorst
- hadden gedorst
- hadden gedorst
- hadden gedorst
o.t.t.t.
- zal dorsen
- zult dorsen
- zal dorsen
- zullen dorsen
- zullen dorsen
- zullen dorsen
o.v.t.t.
- zou dorsen
- zou dorsen
- zou dorsen
- zouden dorsen
- zouden dorsen
- zouden dorsen
diversen
- dors!
- dorst!
- gedorst
- dorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor dorsen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
trillar | dorsen | eggen; met een eg bewerken |
Wiktionary: dorsen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dorsen | → desgranar | ↔ flail — to thresh |
• dorsen | → trillar; desgranar; apalear; azotar | ↔ thresh — to separate the grain from the straw or husks |
• dorsen | → trillar | ↔ dreschen — (transitiv) Landwirtschaft: bei Getreide, Hülsenfrüchten u.dgl. die Körner vom Stroh trennen durch Trampeln, Schlagen, Walzen oder mit einer Dreschmaschine |
• dorsen | → acuñar; barajar; golpetear; pegar; sacudir; trillar | ↔ battre — frapper de coups répétés. |
• dorsen | → trillar | ↔ rosser — (familier, fr) battre quelqu’un violemment, le rouer de coups. |