Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. doorgangen:
  2. doorgang:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doorgangen (Nederlands) in het Spaans

doorgangen:

doorgangen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de doorgangen (doortochten)
    el pasos; la travesías
    • pasos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • travesías [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor doorgangen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pasos doorgangen; doortochten overgangen; overtochten; passen; schreden; stappen; treden; voetstappen
travesías doorgangen; doortochten overtochten

Verwante woorden van "doorgangen":


doorgangen vorm van doorgang:

doorgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de doorgang (corridor; passage)
    el pasillo; el corredor
    • pasillo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • corredor [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de doorgang (gangpad; passage; gang; doorloop)
    el paso; la marcha; la conducta; el pasaje; el pasillo; la galería; el pasadizo
    • paso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • marcha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • conducta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pasaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pasillo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • galería [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pasadizo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor doorgang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conducta doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage beweging; gebaar; gedrag; gedragswijze; handelwijze; lichaamsbeweging; manier; optreden
corredor corridor; doorgang; passage autocoureur; corridor; coureur; gang; hardloper; hardrijder; jogger; loper; renner; sprinter; wandelgang; wielrenner
galería doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage arcade; corridor; firmament; gaanderij; galerie; galerij; gang; hemel; hemelgewelf; hemelkoepel; kanteel; mijngang; torenomgang; trans; uitspansel; veranda; zuilengang; zwerk
marcha doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage actie; beloop; beweging; ceremonie; doping; gang; gebaar; gehaastheid; gezwindheid; haast; haastigheid; heengaan; ijl; lichaamsbeweging; omhaal; opmars; optocht; overijling; pep; pepmiddel; plechtigheid; plichtpleging; processie; protestbijeenkomst; publieke betoging; rapheid; rapiditeit; rijsnelheid; ronde; schielijkheid; snelheid; spoed; staatsie; stoet; tempo; tournee; vaart; vertrekken; vliegreis; vliegtocht; vlotheid; vlucht; vlugheid; voortgang; wandelsport
pasadizo doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage beweging; gebaar; lichaamsbeweging
pasaje doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage corridor; expeditie; gang; mars; overtocht; overvaart; pasje; passus; reis; rit; tocht; toer; trektocht; zeereis
pasillo corridor; doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage corridor; gang; gangboord; wandelgang
paso doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage afstand; baan; baanvak; bergpas; buitenweg; deur; doorreis; doortocht; doorvaart; draf; dreef; etappe; gang van een paard; geul; landweg; paadje; pad; pas; pasje; portiek; ronde; route; schrede; stap; tekenbreedte; toelating; tournee; traject; tred; trekpad; vaargeul; voetstap; weg

Verwante woorden van "doorgang":


Wiktionary: doorgang

doorgang
noun
  1. opening waar men doorheen kan gaan

Cross Translation:
FromToVia
doorgang callejón alley — narrow street
doorgang pasillo passageway — any way for passing in, out or through something