Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. dompen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dompen (Nederlands) in het Spaans

dompen:

dompen werkwoord (domp, dompt, dompte, dompten, gedompt)

  1. dompen (omver kiepen; kantelen; kiepen)
    derribar; voltear; volcar

Conjugations for dompen:

o.t.t.
  1. domp
  2. dompt
  3. dompt
  4. dompen
  5. dompen
  6. dompen
o.v.t.
  1. dompte
  2. dompte
  3. dompte
  4. dompten
  5. dompten
  6. dompten
v.t.t.
  1. heb gedompt
  2. hebt gedompt
  3. heeft gedompt
  4. hebben gedompt
  5. hebben gedompt
  6. hebben gedompt
v.v.t.
  1. had gedompt
  2. had gedompt
  3. had gedompt
  4. hadden gedompt
  5. hadden gedompt
  6. hadden gedompt
o.t.t.t.
  1. zal dompen
  2. zult dompen
  3. zal dompen
  4. zullen dompen
  5. zullen dompen
  6. zullen dompen
o.v.t.t.
  1. zou dompen
  2. zou dompen
  3. zou dompen
  4. zouden dompen
  5. zouden dompen
  6. zouden dompen
diversen
  1. domp!
  2. dompt!
  3. gedompt
  4. dompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dompen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
derribar doodschieten; neerleggen; neerschieten
volcar kapseizen; tuimelen; vallen
voltear tuimelen; vallen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
derribar dompen; kantelen; kiepen; omver kiepen afbreken; begeven; bomen kappen; breken; deponeren; flippen; hakken; houwen; iets afbreken; inhakken; inhouwen; kappen; leggen; naar beneden werpen; neerhalen; neerleggen; neersabelen; neerschieten; neerslaan; neerwerpen; neerzetten; omduwen; omgooien; omhakken; omkiepen; omkieperen; omlaag werpen; omslaan; omstoten; omvergooien; omverhalen; omverrukken; omverstoten; omvertrekken; omverwerpen; omwerpen; onderuit halen; onderuithalen; overhoopschieten; plaatsen; ruineren; slopen; smijten; stationeren; ten val brengen; uit elkaar halen; uitgommen; uitroeien; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vellen; vernielen; vernietigen; verwoesten; vlakken; vloeren; wegvagen; wegvegen; wippen; wissen; zetten
volcar dompen; kantelen; kiepen; omver kiepen flikkeren; kantelen; kapseizen; kelderen; kiepen; kieperen; omkantelen; omklappen; omverrukken; onderuitgaan; op zijn bek gaan; over een kant vallen; overkiepen; ten val komen; tuimelen; vallen
voltear dompen; kantelen; kiepen; omver kiepen flikkeren; kelderen; kiepen; kieperen; omklappen; omrollen; omvallen; omvervallen; omwentelen; onderuitgaan; op zijn bek gaan; spiegelen; ten val komen; tuimelen; vallen