Nederlands
Uitgebreide vertaling voor doch (Nederlands) in het Spaans
doch:
-
doch
-
doch (echter; maar; niettemin; nochtans)
pero; sin embargo; a pesar de todo; no obstante-
pero bijvoeglijk naamwoord
-
sin embargo bijvoeglijk naamwoord
-
a pesar de todo bijvoeglijk naamwoord
-
no obstante bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor doch:
Conjunction | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | echter; nochtans | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | maar | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mas | doch | |
no obstante | doch | in weerwil van; niettegenstaande; ondanks |
pero | doch | |
sin embargo | doch | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
a pesar de todo | doch; echter; maar; niettemin; nochtans | desalniettemin; desondanks; evengoed; immers; niettegenstaande; toch |
mas | echter; maar | |
no obstante | doch; echter; maar; niettemin; nochtans | echter; immers; maar; voorwaar |
pero | doch; echter; maar; niettemin; nochtans | echter; maar |
sin embargo | doch; echter; maar; niettemin; nochtans | desalniettemin; desondanks; echter; evengoed; evenwel; immers; maar; niettegenstaande; niettemin; nochtans; toch |
Synoniemen voor "doch":
Verwante definities voor "doch":
Wiktionary: doch
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• doch | → en verdad; ciertamente | ↔ si — Oui (1) |
Computer vertaling door derden: