Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
-
direct:
- crudo; duro; inmediatamente; seguidamente; al instante; sin dilación; rápidamente; en seguido; a todo andar; inmediato; en seguida; enseguida; directo; instantáneamente; de inmediato; al mismo tiempo; en el acto; perpendicular; recto; instantáneo; sin tardar; sin demora; sin más tardar; así; tanto; como; ahora; de esta forma; así de; de tal forma; de tal manera; de esa forma; evidente; claro; manifiesto; inequívoco; derecho
-
Wiktionary:
- direct → directo
- direct → ahora mismo, enseguida, directamente, inmediato, inmediatamente, de inmediato, ya, sin demora, de pie, recto, directo, estricto, tieso, derecho, leal
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor direct (Nederlands) in het Spaans
direct:
-
direct (ongezouten)
-
direct (aanstonds; terstond)
inmediatamente; seguidamente; al instante; sin dilación; rápidamente; en seguido; a todo andar-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
seguidamente bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
sin dilación bijvoeglijk naamwoord
-
rápidamente bijvoeglijk naamwoord
-
en seguido bijvoeglijk naamwoord
-
a todo andar bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (gezwind; gauw)
inmediatamente; inmediato; en seguida-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (meteen; onmiddellijk; gelijk; terstond; dadelijk)
inmediatamente; enseguida; directo; en seguida; instantáneamente; de inmediato; al mismo tiempo; al instante; en el acto-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
al mismo tiempo bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (rechtstreeks; linea recta; regelrecht)
directo; perpendicular; recto-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
perpendicular bijvoeglijk naamwoord
-
recto bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (zo meteen; dadelijk)
inmediato; inmediatamente; en seguida; enseguida; instantáneo; instantáneamente; de inmediato; al instante; sin tardar; sin demora; sin más tardar-
inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneo bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
sin tardar bijvoeglijk naamwoord
-
sin demora bijvoeglijk naamwoord
-
sin más tardar bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (zo meteen; zo)
así; tanto; como; ahora; de esta forma; así de; de tal forma; de tal manera; de esa forma-
así bijvoeglijk naamwoord
-
tanto bijvoeglijk naamwoord
-
como bijvoeglijk naamwoord
-
ahora bijvoeglijk naamwoord
-
de esta forma bijvoeglijk naamwoord
-
así de bijvoeglijk naamwoord
-
de tal forma bijvoeglijk naamwoord
-
de tal manera bijvoeglijk naamwoord
-
de esa forma bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (recht door zee; duidelijk; regelrecht)
evidente; claro; recto; manifiesto; inequívoco; derecho; directo-
evidente bijvoeglijk naamwoord
-
claro bijvoeglijk naamwoord
-
recto bijvoeglijk naamwoord
-
manifiesto bijvoeglijk naamwoord
-
inequívoco bijvoeglijk naamwoord
-
derecho bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor direct:
Verwante woorden van "direct":
Synoniemen voor "direct":
Antoniemen van "direct":
Verwante definities voor "direct":
Wiktionary: direct
direct
Cross Translation:
adjective
-
zonder te wachten, zonder iets daartussen
- direct → directo
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• direct | → ahora mismo; enseguida | ↔ at once — immediately |
• direct | → directamente | ↔ directly — in a direct manner |
• direct | → inmediato | ↔ immediate — without delay |
• direct | → inmediatamente; de inmediato; ya; sin demora | ↔ immediately — in an immediate manner |
• direct | → de pie | ↔ debout — marine|fr aéro|fr Qualifie un vent quand il est en sens contraire au mouvement de l’aéronef, du navire, etc. |
• direct | → recto; directo; estricto; tieso | ↔ direct — Qui est droit, qui ne taire aucun détour. |
• direct | → derecho; recto; directo; estricto; tieso; leal | ↔ droit — Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la |
• direct | → directo; inmediato | ↔ immédiat — Qui agir, qui produire sans intermédiaire. |