Dief in het Spaans vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

dief:
- ladrón; vil; caco; intruso; escalador; ladrón que entra escalando fachadas
Wiktionary:
- dief → ladrón
- dief → ladrón

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dief (Nederlands) in het Spaans

de dief (ladelichter)
el ladrón; el vil; el caco
- ladrón [el ~] zelfstandig naamwoord
- vil [el ~] zelfstandig naamwoord
- caco [el ~] zelfstandig naamwoord
de dief (rover)
el ladrón
- ladrón [el ~] zelfstandig naamwoord
de dief (geveltoerist; inbreker; binnendringer)
el ladrón; el intruso; el escalador; el ladrón que entra escalando fachadas
- ladrón [el ~] zelfstandig naamwoord
- intruso [el ~] zelfstandig naamwoord
- escalador [el ~] zelfstandig naamwoord
- ladrón que entra escalando fachadas [el ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
caco	dief; ladelichter	binnendringer; infiltrant; spion
escalador	binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker	stijger
intruso	binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker	binnendringer; indringer; infiltrant; insluiper; sluiper; spion
ladrón	binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; ladelichter; rover	driewegstekker; gemenerik; inklimmer
ladrón que entra escalando fachadas	binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker
vil	dief; ladelichter
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vil		aan lager wal; amoreel; bedriegelijk; crimineel; gangbaar; gebruikelijk; gefingeerd; gemeen; gewoon; immoreel; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; min; misdadig; nagemaakt; normaal; obsceen; onecht; onedel; onwaar; onzedelijk; onzedig; ploerterig; ploertig; schandalig; schuin; slecht; smeerachtig; smiechterig; snood; vals; verfoeilijk; verlopen; vies; vunzig; zedeloos

dief

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• dief	→ ladrón	↔ thief — one who carries out theft
• dief	→ ladrón	↔ voleur — Personne qui effectue un vol