Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. dessert:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dessert (Nederlands) in het Spaans

dessert:

dessert [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de dessert (nagerecht; toetje; toespijs)
    el postre
    • postre [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dessert:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
postre dessert; nagerecht; toespijs; toetje

Verwante woorden van "dessert":


Wiktionary: dessert

dessert
noun
  1. het gerecht waarmee een maaltijd wordt afsluiten

Cross Translation:
FromToVia
dessert dulce; postre dessert — sweet confection served as the last course of a meal
dessert postre Nachtisch — der letzte Gang einer ausgedehnten Mahlzeit, der nach der Hauptspeise serviert wird
dessert prostre; postre dessert — (cuisine) mets généralement sucré servi à la fin d’un repas.