Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. deskundigheid:
  2. deskundig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor deskundigheid (Nederlands) in het Spaans

deskundigheid:

deskundigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de deskundigheid (vakkundigheid; kennis van zaken)
    el conocimientos; la presteza; la profesionalidad; la pericia

Vertaal Matrix voor deskundigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conocimientos deskundigheid; kennis van zaken; vakkundigheid kunde; kundigheid
pericia deskundigheid; kennis van zaken; vakkundigheid behendigheid; expertise; handigheid; kunde; kundigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc
presteza deskundigheid; kennis van zaken; vakkundigheid behendigheid; bekwaamheid; gehaastheid; haast; haastigheid; handigheid; ijl; kunst; kunstgreep; kunstje; overijling; spoed; truc; vaardigheid
profesionalidad deskundigheid; kennis van zaken; vakkundigheid mate van kunstbeheersing; techniek

Verwante woorden van "deskundigheid":


Wiktionary: deskundigheid

deskundigheid
noun
  1. het beschikken over kennis van zaken, ervaring en vaardigheid nodig om een taak of functie te vervullen

deskundigheid vorm van deskundig:

deskundig bijvoeglijk naamwoord

  1. deskundig (oordeelkundig; vakbekwaam; vakkundig; competent; ter zake kundig)
    profesional; experto en la materia; prudente; competente; experto; calificado; juicioso; asentado

Vertaal Matrix voor deskundig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
experto deskundige; expert; kenner; specialist; vakkundige; vakman
profesional beroeps; prof; professional; vakman
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asentado competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig gevestigd; gezeten; ingetrokken; woonachtig; zetelend
calificado competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bekwaam; bevoegd; capabel; competent; doorkneed; gediplomeerd; gekwalificeerd; geschikt
competente competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bedreven; bekwaam; bevoegd; capabel; competent; doorkneed; ervaren; fysiek in staat; geoefend; geschikt; in staat
experto competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bedreven; behendig; bekwaam; capabel; competent; ervaren; fysiek in staat; geniaal; geoefend; geschikt; handig; in staat; kundig; vaardig; vernuftig; volleerd
experto en la materia competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bekwaam; capabel; competent; geschikt; kundig
juicioso competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bedachtzaam; behoedzaam; belezen; bezonnen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; omzichtig; ontwikkeld; pienter; schrander; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
profesional competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig beroeps; ervaren; professioneel
prudente competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig aan te prijzen; aanbevelenswaardig; bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; geraden; helderziend; omzichtig; raadzaam; risicoloos; voorspellend; vooruitziend

Verwante woorden van "deskundig":


Wiktionary: deskundig

deskundig
adjective
  1. met kennis van zaken

Cross Translation:
FromToVia
deskundig competente compétent — juri|fr Qui appartenir, qui est dû en vertu de certains droits. Il ne se dit, en ce sens, que d’une portion de quelque bien, de quelque domaine.