Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. deken:
  2. dek:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor deken (Nederlands) in het Spaans

deken:

deken [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de deken (beddedeken; dek)
    la manta; el cubrecama
    • manta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cubrecama [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor deken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cubrecama beddedeken; dek; deken beddensprei; sprei
manta beddedeken; dek; deken afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping

Verwante woorden van "deken":


Verwante definities voor "deken":

  1. warme lap om onder te slapen1
    • er lagen drie dekens op het bed1

Wiktionary: deken

deken
noun
  1. een (vaak dik) doek, met de functie om iemand te bedekken en daarmee warm te houden tijdens de slaap

Cross Translation:
FromToVia
deken frisa; frazada; colcha; cobija; manta blanket — fabric
deken decano dean — senior official in college or university
deken manta; cobija; tapa couverture — Grande pièce d’étoffe épaisse

dek:

dek [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de dek (beddedeken; deken)
    la manta; el cubrecama
    • manta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cubrecama [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de dek (bedekking; dekking; overdekking)
    la cubierta

Vertaal Matrix voor dek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cubierta bedekking; dek; dekking; overdekking afdekkap; beddensprei; boekomslag; boord; dak; dakbedekking; gewelf; hoed; kaft; kap; kelder; koepel; omslag; overdekking; overkapping; overtrek; plafond; scheepsdek; sprei; stofomslag
cubrecama beddedeken; dek; deken beddensprei; sprei
manta beddedeken; dek; deken afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping

Verwante woorden van "dek":


Wiktionary: dek

dek
noun
  1. een verdieping op een schip

Cross Translation:
FromToVia
dek cubierta deck — floorlike covering on a ship
dek cubierta pont — Plancher d'un bateau

Verwante vertalingen van deken