Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. deal:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor deal (Nederlands) in het Spaans

deal:

deal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de deal (transactie; zaak)
    la transacción; la operación comercial

Vertaal Matrix voor deal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
operación comercial deal; transactie; zaak winkel; winkelzaak; zaak
transacción deal; transactie; zaak casus; feit; gebeurtenis; geval; incident; kwestie; transactie; voorval

Verwante woorden van "deal":

  • dealen, deals, dealtje, dealtjes