Nederlands
Uitgebreide vertaling voor dagvaarden (Nederlands) in het Spaans
dagvaarden:
-
dagvaarden
Conjugations for dagvaarden:
o.t.t.
- dagvaard
- dagvaardt
- dagvaardt
- dagvaarden
- dagvaarden
- dagvaarden
o.v.t.
- dagvaardde
- dagvaardde
- dagvaardde
- dagvaardden
- dagvaardden
- dagvaardden
v.t.t.
- heb gedagvaard
- hebt gedagvaard
- heeft gedagvaard
- hebben gedagvaard
- hebben gedagvaard
- hebben gedagvaard
v.v.t.
- had gedagvaard
- had gedagvaard
- had gedagvaard
- hadden gedagvaard
- hadden gedagvaard
- hadden gedagvaard
o.t.t.t.
- zal dagvaarden
- zult dagvaarden
- zal dagvaarden
- zullen dagvaarden
- zullen dagvaarden
- zullen dagvaarden
o.v.t.t.
- zou dagvaarden
- zou dagvaarden
- zou dagvaarden
- zouden dagvaarden
- zouden dagvaarden
- zouden dagvaarden
en verder
- ben gedagvaard
- bent gedagvaard
- is gedagvaard
- zijn gedagvaard
- zijn gedagvaard
- zijn gedagvaard
diversen
- dagvaard!
- dagvaardt!
- gedagvaard
- dagvaardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor dagvaarden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
citar | dagvaarden | aanhalen; afspreken; citeren; erbij zeggen; iets overeenkomen; noemen; ontbieden; opnoemen; oproepen; opsommen; sommeren; vermelden |
citar a juicio | dagvaarden | aanmanen; aanmanen tot een verplichting; aanschrijven; aanzeggen; dagen; kennis geven; konde doen; manen; ontbieden; oproepen; sommeren; voor het gerecht dagen; voor het gerecht ontbieden; voor het gerecht roepen |
emplazar | dagvaarden |