Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. dagelijkse:
  2. dagelijks:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dagelijkse (Nederlands) in het Spaans

dagelijkse:

dagelijkse bijvoeglijk naamwoord

  1. dagelijkse
    diario
    • diario bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor dagelijkse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diario courant; dagblad; dagboek; journaal; krant; logboek; nieuwsblad; nieuwsjournaal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diario dagelijkse daags; dagelijks

Verwante woorden van "dagelijkse":


dagelijkse vorm van dagelijks:

dagelijks bijvoeglijk naamwoord

  1. dagelijks
    diario
    • diario bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor dagelijks:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diario courant; dagblad; dagboek; journaal; krant; logboek; nieuwsblad; nieuwsjournaal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diario dagelijks daags; dagelijkse

Verwante woorden van "dagelijks":


Synoniemen voor "dagelijks":


Verwante definities voor "dagelijks":

  1. gewoon, niet bijzonder1
    • de dagelijkse dingen1
  2. elke dag1
    • ik zie hem dagelijks1

Wiktionary: dagelijks

dagelijks
adjective
  1. iedere dag voorkomend
adverb
  1. iedere dag

Cross Translation:
FromToVia
dagelijks diario; cotidiano daily — that occurs every day
dagelijks cotidianamente; diariamente daily — every day
dagelijks de todos los días; adocenado journalier — (term, Par substantivation) personne qui travaille à la journée.
dagelijks diario; adocenado; cotidiano quotidien — De chaque jour. (Sens général).