Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- daags:
-
Wiktionary:
- daags → de todos los días, adocenado, diario, cotidiano
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor daags (Nederlands) in het Spaans
daags:
-
daags
de todos los días; al día; diario; de cada día-
de todos los días bijvoeglijk naamwoord
-
al día bijvoeglijk naamwoord
-
diario bijvoeglijk naamwoord
-
de cada día bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor daags:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
diario | courant; dagblad; dagboek; journaal; krant; logboek; nieuwsblad; nieuwsjournaal | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
al día | daags | actueel; bijdetijds; contemporain; eigentijds; hedendaags; hedendaagse; huidig; modern; tegenwoordig; van nu; van vandaag |
de cada día | daags | |
de todos los días | daags | |
diario | daags | dagelijks; dagelijkse |