Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. cursist:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cursist (Nederlands) in het Spaans

cursist:

cursist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de cursist
    el cursillista; el alumno; la alumna; el estudiante

Vertaal Matrix voor cursist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alumna cursist iemand die stage loopt; leerling; scholier; scholiere; stagiair; studente; vrouwelijke student
alumno cursist aanhanger; discipel; iemand die stage loopt; jonge leerling; kwekeling; leerjongen; leerling; navolger; pupil; scholier; stagiair; student; volgeling; volger
cursillista cursist cursiste
estudiante cursist cursiste; iemand die stage loopt; jongmaatje; kwekeling; leerjongen; leerling; scholier; stagiair; student; studente; vrouwelijke student

Verwante woorden van "cursist":

  • cursisten