Nederlands

Uitgebreide vertaling voor courantste (Nederlands) in het Spaans

courant:

courant bijvoeglijk naamwoord

  1. courant (gangbaar; gebruikelijk; gewoon)
    mundano; común; corriente; como siempre; en circulación; usual; normalmente; habitual; acostumbrado; de moda; así como así; ordinario; aceptado; a la moda; comúnmente; vendible

courant [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de courant (krant; dagblad)
    el periódico; el diario; la gaceta
    • periódico [el ~] zelfstandig naamwoord
    • diario [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gaceta [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor courant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corriente instroming; instroom; luchtzuiging; tocht; toestroom; trek
diario courant; dagblad; krant dagboek; journaal; logboek; nieuwsblad; nieuwsjournaal
gaceta courant; dagblad; krant
periódico courant; dagblad; krant krant; nieuwsblad
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
periódico dikwijls; frequent; geregeld; meermaals; menigmaal; met vast ritme; periodiek; regelmatig; terugkerend; vaak; veelvuldig
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
de moda modieus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a la moda courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon flitsend; hip; modieus; mondain; snel; trendy; vlot; werelds
aceptado courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd
acostumbrado courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewend; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair
así como así courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair
como siempre courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewend; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair
común courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon algemeen; alledaags; alledaagse; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gedeeld; gemeen; gemeenschappelijk; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; meegevoeld; meer personen betreffend; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair; verdeeld
comúnmente courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon algemeen; alledaags; doorgaans; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gemeenlijk; gewoon; gewoonlijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; meestal; merendeels; niets bijzonders; normaal; normaliter; onedel; ordinair; over het algemeen
corriente courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon actuele; eigentijds; futiel; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; hedendaags; hedendaagse; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lopend; modern; nietsbetekenend; nietszeggend; normaal; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; onedel; triviaal; weinigzeggend
de moda courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon flitsend; gevraagd; hip; in de mode; modieus; mondain; snel; trendy; vlot; werelds
diario daags; dagelijks; dagelijkse
en circulación courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon
habitual courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair
mundano courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon aards; mondain; profaan; seculair; wereldlijk; werelds
normalmente courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; doodgewoon; doorgaans; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gemeenlijk; gewend; gewoon; gewoonlijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; meestal; niets bijzonders; normaal; normaal gesproken; normaalgesproken; onedel; ordinair
ordinario courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; boefachtig; boosaardig; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; geregeld; gewend; gewoon; gluiperig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; op vaste tijden; ordinair; ploertig; regelmatig; regulier; schurkachtig; vals
usual courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewend; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair
vendible courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon verhandelbaar; verkoopbaar

Verwante woorden van "courant":

  • couranten, couranter, courantere, courantst, courantste, courante

Antoniemen van "courant":


Verwante definities voor "courant":

  1. komt veel voor, wordt veel gebruikt1
    • het model van dit apparaat is erg courant1

Wiktionary: courant


Cross Translation:
FromToVia
courant moneda Währungstaatlich geregeltes Geldwesen
courant diario; periódico; gaceta; revista journaldocument qui recenser par ordre chronologique les événements pour une période donnée.