Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. contact:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor contact (Nederlands) in het Spaans

contact:

contact [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het contact (verbinding; aansluiting; connectie)
    el contacto; la comunicación; la conexión; el enlace
  2. het contact (aanraking)
    el toque
    • toque [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. het contact (voeling)
    el contacto

Vertaal Matrix voor contact:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comunicación aansluiting; connectie; contact; verbinding aaneenkoppeling; aaneensluiting; aangifte; aankondiging; aansluiting; band; bekendmaking; bereikbaarheid; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; communicatie; connectie; convocatie; declaratie; gewag; het uitspreken; informatie; kennisgeving; koppeling; liaison; link; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; opheldering; publicatie; publikatie; relaas; relatie; ruchtbaarheid; samenhang; statement; tijding; toelichting; uitgave; uitgifte; uiting; uitlegging; uitspraak; verband; verbinding; verklaring; vermelding; verwittiging
conexión aansluiting; connectie; contact; verbinding aaneensluiting; aansluiting; band; connectie; koppeling; liaison; lichtplek; lichtpunt; lichtstip; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; schakeling; verband; verbinding
contacto aansluiting; connectie; contact; contactpersoon; verbinding; voeling aanvoelen; contactpersoon; feeling; geslachtsgemeenschap; gevoel; omgang; verkeer
enlace aansluiting; connectie; contact; verbinding aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aansluiting; affaire; akkoord; alliantie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; connectie; draai; federatie; gebondenheid; gegevensbinding; genootschap; het gebonden zijn; kink; knoop; koppeling; kronkel; liaison; liefdesrelatie; liga; link; lus; lusvormige kromming; onderling verband; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; schakel; sociëteit; soos; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; vereniging; verhouding
toque aanraking; contact harde slag; klap; klont; klonter; penseelstreek; schar

Verwante woorden van "contact":


Synoniemen voor "contact":


Verwante definities voor "contact":

  1. ergens tegenaan komen1
    • zorg dat deze stof niet in contact met je huid komt!1
  2. met elkaar van gedachten kunnen wisselen1
    • ik heb een goed contact met mijn kinderen1

Wiktionary: contact

contact
noun
  1. een toestand waarbij twee voorwerpen elkaar raken
  2. onderlinge communicatie
  3. een contactpersoon
  4. een verbinding van twee elektrische geleidingen
  5. een elektrische schakelaar
  6. de grens tussen stollings- en nevengesteente

Cross Translation:
FromToVia
contact contacto contact — an act of touching physically
contact adhesión HaftungPhysik: Halt auf einer Oberfläche
contact contacto contactaction de toucher physiquement.

Verwante vertalingen van contact