Club in het Spaans vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

club:
- asociación; club; grupo; compañía; cordón circunvalatorio; cofradía; unión; agrupación; asociación de artesanos; sociedad; círculo; palo de golf; club de golf
Wiktionary:
- club → club

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor club (Nederlands) in het Spaans

club:

club [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de club (ambachtsgilde; vereniging; gilde; vakgenootschap; organisatie; bond; orde; unie)
la asociación; el club; el grupo; la compañía; el cordón circunvalatorio; la cofradía; la unión; la agrupación; la asociación de artesanos
- asociación [la ~] zelfstandig naamwoord
- club [el ~] zelfstandig naamwoord
- grupo [el ~] zelfstandig naamwoord
- compañía [la ~] zelfstandig naamwoord
- cordón circunvalatorio [el ~] zelfstandig naamwoord
- cofradía [la ~] zelfstandig naamwoord
- unión [la ~] zelfstandig naamwoord
- agrupación [la ~] zelfstandig naamwoord
- asociación de artesanos [la ~] zelfstandig naamwoord
de club (vereniging; soos; societiet; organisatie; bond; unie; orde; gilde)
el club; la asociación; la sociedad; la compañía; el grupo; la unión; el círculo; la agrupación
- club [el ~] zelfstandig naamwoord
- asociación [la ~] zelfstandig naamwoord
- sociedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- compañía [la ~] zelfstandig naamwoord
- grupo [el ~] zelfstandig naamwoord
- unión [la ~] zelfstandig naamwoord
- círculo [el ~] zelfstandig naamwoord
- agrupación [la ~] zelfstandig naamwoord
de club (golfstick)
el palo de golf
- palo de golf [el ~] zelfstandig naamwoord
de club (golfstok; golfstick; golfclub)
el club; el palo de golf; el club de golf
- club [el ~] zelfstandig naamwoord
- palo de golf [el ~] zelfstandig naamwoord
- club de golf [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor club:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agrupación	ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging	accumulatie; bende; bond; broederschap; bundel; coöperatie; factie; genootschap; gezelschap; groep; groepering; hoop; opeenstapeling; opstapeling; samenscholing; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; stapel; troep; vereniging
asociación	ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging	aantal personen bijeen; associatie; bedrijf; bond; broederschap; coalitie; compagnonschap; coöperatie; deelgenootschap; firma; genootschap; gezelschap; groep; handelsbedrijf; handelshuis; koppeling; maatschap; maatschappij; medewerking; onderneming; partnerverband; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; unie; vennootschap; verbond; vereniging
asociación de artesanos	ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging	handwerkersverbond
club	ambachtsgilde; bond; club; gilde; golfclub; golfstick; golfstok; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging	gezelschap; sociëteit; soos
club de golf	club; golfclub; golfstick; golfstok
cofradía	ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging	ambachtsgilde; bond; broederschap; coöperatie; genootschap; georganiseerd gezelschap; handwerksgilde; samenwerkingsverband; sociëteit; vereniging
compañía	ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging	bedrijf; bond; broederschap; compagnie; concern; genootschap; gezelschap; groep mensen; industrie; onderneming; reisgezelschap; sociëteit; soos; tak van nijverheid; vereniging
cordón circunvalatorio	ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging	aaneenschakeling; cirkel; keten; ketting; kring; kringel; kringvormig; snoer; sociëteit; soos
círculo	bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging	aaneenschakeling; cirkel; cirkelvorm; keten; ketting; kring; kringel; kringvormig; rondje; snoer; sociëteit; soos
grupo	ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging	aantal personen bijeen; accumulatie; allegaartje; bende; cluster; distributiegroep; distributielijst; drom; factie; gezelschap; groep; groep van twee of meer; groepering; hoop; horde; koppel; kudde; massa; mengelmoes; meute; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; pool; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; samenscholing; schaar; schare; selectie; sociëteit; soos; sortering; span; stapel; stel; troep; verzameling; volksgroepering; zooi; zootje; zuil
palo de golf	club; golfclub; golfstick; golfstok
sociedad	bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging	bedrijf; bond; broederschap; burgers; coöperatie; gemeenschap; genootschap; gezelligheidsvereniging; handelsbedrijf; maatschappij; samenleving; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; vennootschap; vereniging
unión	ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging	aansluiting; akkoord; alliantie; band; bijeenlegging; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; connectie; coöperatie; federatie; gebondenheid; genootschap; het gebonden zijn; liaison; liga; link; optelsom; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; unie; verband; verbinding; verbindingsstuk; verbond; verdrag; vereniging

Verwante woorden van "club":

clubs, clubje

Verwante definities voor "club":

vereniging waar je een sport beoefent¹
- hij zit op een voetbalclub¹
wie samen iets ondernemen¹
- morgen gaan we met dit clubje stappen¹

Wiktionary: club

Cross Translation:

From	To	Via
• club	→ club	↔ club — association of members
• club	→ club	↔ Klub — häufig auch Teil der Eigennamen für Nachttreffs, die eine ähnliche Atmosphäre oder Innenausstattung aufweisen, wie die typischen Räumlichkeiten von ^[1]
• club	→ club	↔ Klub — geschlossene Gesellschaft
• club	→ club	↔ Klub — Zusammenschluss von Menschen oder Einrichtungen mit gemeinsamen Zielen oder Interessen
• club	→ club	↔ Klub — kurz für: Nachtklub
• club	→ club	↔ club — association groupant des membres ayant des activités collectif, des intérêts communs.

Verwante vertalingen van club

eigen club

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Vertaal club van Nederlands naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor club (Nederlands) in het Spaans

club:

club [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de club (ambachtsgilde; vereniging; gilde; vakgenootschap; organisatie; bond; orde; unie)

de club (vereniging; soos; societiet; organisatie; bond; unie; orde; gilde)

de club (golfstick)

de club (golfstok; golfstick; golfclub)

Vertaal Matrix voor club:

Verwante woorden van "club":

Verwante definities voor "club":

Wiktionary: club

Verwante vertalingen van club