Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. chirurg:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor chirurg (Nederlands) in het Spaans

chirurg:

chirurg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de chirurg (heelkundige)
    el cirujano; la cirujana
  2. de chirurg
    el cirujano

Vertaal Matrix voor chirurg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cirujana chirurg; heelkundige chirurge; vrouwelijke heelkundige
cirujano chirurg; heelkundige genezer; heelmeester

Verwante woorden van "chirurg":


Verwante definities voor "chirurg":

  1. hij opereert mensen1
    • een chirurg haalde mijn blindedarm eruit1

Wiktionary: chirurg

chirurg
noun
  1. specialist

Cross Translation:
FromToVia
chirurg cirujano; cirujana surgeon — doctor who performs surgery