Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. chassis:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor chassis (Nederlands) in het Spaans

chassis:

chassis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de chassis (onderstel)
    el bastidor; el chasis; el armazón; el tren de rodado; el soporte
  2. de chassis (geraamte)
    el armazón; la armadura; el esqueleto

Vertaal Matrix voor chassis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armadura chassis; geraamte bepantsering; casco; cascowoning; frame; geraamte; harnas; harnassen; karkas; pantser; raamwerk; skelet; wapenrusting; wapenuitrusting
armazón chassis; geraamte; onderstel frame; geraamte; geschutbedding; geschutstand; geschutstelling; onderstel; poot; raamwerk; romp; skelet; staander; voet
bastidor chassis; onderstel frame; geraamte; kozijn; onderstel; poot; raamwerk; skelet; spanraam; staander; vensterkozijn; voet
chasis chassis; onderstel
esqueleto chassis; geraamte botten; bottenbouw; gebeente; geraamte; karkas; knekelman; skelet
soporte chassis; onderstel abw; bijstand; bz; commandovlag; hulp; maatschappelijke hulpverlening; norm; ondersteuning; rww; schoor; schraag; standaard; statief; steun; stut; support; werkloosheidsuitkering; werklozensteun; ww
tren de rodado chassis; onderstel