Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- celebreren:
-
Wiktionary:
- celebreren → celebrar
- celebreren → celebrar, festejar, solemnizar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor celebreren (Nederlands) in het Spaans
celebreren:
-
celebreren (vieren; feesten; feestvieren)
celebrar; festejar; celebrar una fiesta; estar de fiesta; ir de fiesta; ir de juerga; conmemorar-
celebrar werkwoord
-
festejar werkwoord
-
celebrar una fiesta werkwoord
-
estar de fiesta werkwoord
-
ir de fiesta werkwoord
-
ir de juerga werkwoord
-
conmemorar werkwoord
-
Conjugations for celebreren:
o.t.t.
- celebreer
- celebreert
- celebreert
- celebreren
- celebreren
- celebreren
o.v.t.
- celebreerde
- celebreerde
- celebreerde
- celebreerden
- celebreerden
- celebreerden
v.t.t.
- heb gecelebreerd
- hebt gecelebreerd
- heeft gecelebreerd
- hebben gecelebreerd
- hebben gecelebreerd
- hebben gecelebreerd
v.v.t.
- had gecelebreerd
- had gecelebreerd
- had gecelebreerd
- hadden gecelebreerd
- hadden gecelebreerd
- hadden gecelebreerd
o.t.t.t.
- zal celebreren
- zult celebreren
- zal celebreren
- zullen celebreren
- zullen celebreren
- zullen celebreren
o.v.t.t.
- zou celebreren
- zou celebreren
- zou celebreren
- zouden celebreren
- zouden celebreren
- zouden celebreren
diversen
- celebreer!
- celebreert!
- gecelebreerd
- celebrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor celebreren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
celebrar | celebreren; feesten; feestvieren; vieren | afsluiten; correct zijn; dichtdoen; kloppen; naar einde toewerken; sluiten; toedoen; toemaken |
celebrar una fiesta | celebreren; feesten; feestvieren; vieren | |
conmemorar | celebreren; feesten; feestvieren; vieren | afwegen; beschouwen; een jubileum meemaken; gedenken; herdenken; jubileren; memoriseren; onthouden; overdenken; overwegen; terughalen; terugroepen |
estar de fiesta | celebreren; feesten; feestvieren; vieren | |
festejar | celebreren; feesten; feestvieren; vieren | feestelijk onthalen; fuiven; fêteren |
ir de fiesta | celebreren; feesten; feestvieren; vieren | |
ir de juerga | celebreren; feesten; feestvieren; vieren | aan de zwier gaan; boemelen |
Wiktionary: celebreren
celebreren
Cross Translation:
verb
-
plechtig herdenken
- celebreren → celebrar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• celebreren | → celebrar; festejar | ↔ célébrer — (transitive) |
• celebreren | → celebrar; festejar; solemnizar | ↔ fêter — célébrer une fête. |