Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. canard:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor canard (Nederlands) in het Spaans

canard:

canard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de canard (eend)
    el ánade
    • ánade [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de canard (kwinkslag; grap; grol; scherts)
    el chiste; la agudeza; la ocurrencia; la payasada

Vertaal Matrix voor canard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agudeza canard; grap; grol; kwinkslag; scherts adremheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; bitsheid; bitsigheid; brein; doorzicht; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; goed werkend oog; goochemheid; hersens; intelligentie; inzicht; kattigheid; pienterheid; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpziendheid; scherpzinnigheid; schranderheid; slagvaardigheid; slimheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; uitgeslapenheid; verstand; vinnigheid
chiste canard; grap; grol; kwinkslag; scherts aardigheid; bak; gein; gimmick; grap; grappenmakerij; mop; uiting van vrolijkheid
ocurrencia canard; grap; grol; kwinkslag; scherts denkbeeld; gedachte; idee; inspiratie; mentale voorstelling
payasada canard; grap; grol; kwinkslag; scherts frats; grappenmakerij; schalksheid; schelmsheid; snaaksheid
ánade canard; eend

Verwante woorden van "canard":

  • canards

Wiktionary: canard


Cross Translation:
FromToVia
canard filfa; bulo canard — false or misleading report or story