Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bulk (Nederlands) in het Spaans
bulken:
-
bulken
nadar en la riqueza-
nadar en la riqueza werkwoord
-
Conjugations for bulken:
o.t.t.
- bulk
- bulkt
- bulkt
- bulken
- bulken
- bulken
o.v.t.
- bulkte
- bulkte
- bulkte
- bulkten
- bulkten
- bulkten
v.t.t.
- heb gebulkt
- hebt gebulkt
- heeft gebulkt
- hebben gebulkt
- hebben gebulkt
- hebben gebulkt
v.v.t.
- had gebulkt
- had gebulkt
- had gebulkt
- hadden gebulkt
- hadden gebulkt
- hadden gebulkt
o.t.t.t.
- zal bulken
- zult bulken
- zal bulken
- zullen bulken
- zullen bulken
- zullen bulken
o.v.t.t.
- zou bulken
- zou bulken
- zou bulken
- zouden bulken
- zouden bulken
- zouden bulken
diversen
- bulk!
- bulkt!
- gebulkt
- bulkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bulken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nadar en la riqueza | bulken |