Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bucolisch:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bucolisch (Nederlands) in het Spaans

bucolisch:

bucolisch bijvoeglijk naamwoord

  1. bucolisch
    pastoral; bucolico; pastoril

Vertaal Matrix voor bucolisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pastoral herderszang
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bucolico bucolisch
pastoral bucolisch aanmatigend; dorps; geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; herderlijk; kerkelijk; landelijk; met betrekking tot herders; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; pastoraal; pastorale; religieus; respectloos; rustiek; van een geestelijk herder; vroom
pastoril bucolisch aanmatigend; dorps; landelijk; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; rustiek

Verwante woorden van "bucolisch":

  • bucolische