Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. brokstuk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brokstuk (Nederlands) in het Spaans

brokstuk:

brokstuk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het brokstuk (wrakstuk)
    el resto; el fragmento
    • resto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fragmento [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brokstuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fragmento brokstuk; wrakstuk brokje; deel; diggel; fractie; fragment; gedeelte; groot en dik stuk; homp; kleine brok; part; scherf; splinter; stuk
resto brokstuk; wrakstuk afzetsel; agio; bezinksel; depot; droesem; exces; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; saldo; sediment; staartje; surplus; teveel; zetsel

Verwante woorden van "brokstuk":

  • brokstukken, brokstukje, brokstukjes

Computer vertaling door derden: