Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bres:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bres (Nederlands) in het Spaans

bres:

bres [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bres (opening; gat)
    la brecha; el boquete
    • brecha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • boquete [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bres:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boquete bres; gat; opening achterbuurt; buurtschap; gat; gehucht; gribus; krottenbuurt; krottenwijk; lek; lekken; onderkant
brecha bres; gat; opening achterbuurt; gribus; krottenbuurt; krottenwijk; lek; lekken; onderkant; vuurgat

Verwante woorden van "bres":

  • bressen

Wiktionary: bres


Cross Translation:
FromToVia
bres brecha brèche — Traductions à trier suivant le sens