Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. brabbeltaal:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brabbeltaal (Nederlands) in het Spaans

brabbeltaal:

brabbeltaal [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de brabbeltaal (koeterwaals)
    el balbuceo; la jerigonza; el chapurreo; la farfulla
  2. de brabbeltaal (gebrabbel)
    la jerigonza; el balbuceo; el parloteo; el cotorreo; el chapurreo; la farfulla

Vertaal Matrix voor brabbeltaal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balbuceo brabbeltaal; gebrabbel; koeterwaals kindergebabbel
chapurreo brabbeltaal; gebrabbel; koeterwaals
cotorreo brabbeltaal; gebrabbel achterklap; boerenbedrog; geklap; geklep; geklets; gekwetter; geroddel; geschetter; klap; klets; praatjes; prietpraat; roddel; roddelpraat; roddels; vogelgekwetter; vrouwenpraat
farfulla brabbeltaal; gebrabbel; koeterwaals
jerigonza brabbeltaal; gebrabbel; koeterwaals vakbargoens
parloteo brabbeltaal; gebrabbel achterklap; babbeltje; gebabbel; gekeuvel; geklap; geklep; geklets; gekwebbel; gekwetter; geroddel; geschetter; klap; klets; kout; praatje; praatjes; prietpraat; roddel; roddelpraat; roddels; vogelgekwetter