Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
acuerdo
|
akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag
|
accoord; accorderen; afkondiging; afspraak; afspreken; akkoord; arrangement; articulatie; beslechting; compromis; contract; decreet; evenbeeld; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; instemming; overeenkomst; overeenstemming; regeling; schikking; toestemming; uitspraak; uitvaardiging; vergelijk; vonnisvelling; winkel; winkelzaak; zaak
|
agrupación
|
ambachtsgilde; bond; broederschap; club; genootschap; gilde; orde; organisatie; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
accumulatie; bende; bundel; coöperatie; factie; gezelschap; groep; groepering; hoop; opeenstapeling; opstapeling; samenscholing; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; stapel; troep
|
alianza
|
akkoord; alliantie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; federatie; genootschap; liga; pact; sociëteit; unie; verbond; verdrag; vereniging
|
alliëren; associatie; coalitie; coöperatie; samenwerkingsverband; unie; verbond
|
asociación
|
ambachtsgilde; bond; broederschap; club; genootschap; gilde; orde; organisatie; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
aantal personen bijeen; associatie; bedrijf; coalitie; compagnonschap; coöperatie; deelgenootschap; firma; gezelschap; groep; handelsbedrijf; handelshuis; koppeling; maatschap; maatschappij; medewerking; onderneming; partnerverband; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; unie; vennootschap; verbond; vereniging
|
asociación de artesanos
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging
|
handwerkersverbond
|
club
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
club; gezelschap; golfclub; golfstick; golfstok; sociëteit; soos
|
coalición
|
bond; broederschap; genootschap; sociëteit; vereniging
|
machtsblok
|
cofradía
|
ambachtsgilde; bond; broederschap; club; genootschap; gilde; orde; organisatie; sociëteit; unie; vakgenootschap; vereniging
|
ambachtsgilde; broederschap; coöperatie; georganiseerd gezelschap; handwerksgilde; samenwerkingsverband
|
compañía
|
ambachtsgilde; bond; broederschap; club; genootschap; gilde; orde; organisatie; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
bedrijf; compagnie; concern; gezelschap; groep mensen; industrie; onderneming; reisgezelschap; sociëteit; soos; tak van nijverheid
|
concordia
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie; overeenstemming; saamhorigheid
|
confederación
|
akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; federatie; genootschap; liga; pact; sociëteit; unie; verbond; verdrag; vereniging
|
coöperatie; samenwerkingsverband
|
confederación de estados
|
bond; federatie; liga; statenbond; unie
|
|
congregación
|
bond; broederschap; genootschap; sociëteit; vereniging
|
|
cooperación
|
akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; federatie; genootschap; liga; pact; sociëteit; unie; verbond; verdrag; vereniging
|
coöperatie; medewerking; samenwerking; samenwerkingsverband
|
cooperativa
|
bond; broederschap; genootschap; sociëteit; vereniging
|
coöperatie; medewerking; samenwerkingsverband
|
cordón circunvalatorio
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging
|
aaneenschakeling; cirkel; keten; ketting; kring; kringel; kringvormig; snoer; sociëteit; soos
|
círculo
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
aaneenschakeling; cirkel; cirkelvorm; keten; ketting; kring; kringel; kringvormig; rondje; snoer; sociëteit; soos
|
empalme
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aanhechting; aanvoeging; aftakking; bastaard; driesprong; hybride; knooppunt; koppeling; kruispunt; kruisverbinding; splitsing; spruitstuk; verbinding; verkeersknooppunt; vertakking; wegsplitsing
|
enlace
|
akkoord; alliantie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; federatie; genootschap; liga; pact; sociëteit; unie; verbond; verdrag; vereniging
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aansluiting; affaire; band; binding; connectie; contact; draai; gebondenheid; gegevensbinding; het gebonden zijn; kink; knoop; koppeling; kronkel; liaison; liefdesrelatie; link; lus; lusvormige kromming; onderling verband; relatie; samenhang; samenvoeging; schakel; sociëteit; soos; verband; verbinding; verhouding
|
ensamblaje
|
bond; broederschap; genootschap; sociëteit; vereniging
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aanvoeging; assemblage; assembleren; bijeenlegging; koppeling; las; montage; samenstelling; samenvoeging; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel; verbinding
|
federación
|
akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag
|
federatie
|
fraternidad
|
bond; broederschap; genootschap; sociëteit; vereniging
|
|
gremio
|
bond; broederschap; genootschap; sociëteit; vereniging
|
beroepsvereniging; broederschap; georganiseerd gezelschap; gilde
|
grupo
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
aantal personen bijeen; accumulatie; allegaartje; bende; cluster; distributiegroep; distributielijst; drom; factie; gezelschap; groep; groep van twee of meer; groepering; hoop; horde; koppel; kudde; massa; mengelmoes; meute; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; pool; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; samenscholing; schaar; schare; selectie; sociëteit; soos; sortering; span; stapel; stel; troep; verzameling; volksgroepering; zooi; zootje; zuil
|
hermandad
|
bond; broederschap; genootschap; sociëteit; vereniging
|
broederschap; georganiseerd gezelschap
|
interdepencia
|
akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag
|
band; binding; gebondenheid; het gebonden zijn
|
interrelación
|
akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag
|
band; binding; gebondenheid; het gebonden zijn
|
juntura
|
bond; broederschap; genootschap; sociëteit; vereniging
|
aaneenkoppeling; aanhechting; aanvoeging; afdeling; bijeenlegging; departement; detachement; gewricht; koppeling; naad; samenvoeging; sectie; tak; verbinding; verbinding van beenderen; verbindingsstuk; voeg
|
liga
|
akkoord; alliantie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; federatie; genootschap; liga; pact; sociëteit; unie; verbond; verdrag; vereniging
|
alliage; alligatie; legering; metaallegering; metaalmengsel; sokophouder; vrijbrief
|
negociación
|
akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag
|
|
pacto
|
akkoord; alliantie; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag
|
afspraak; akkoord; contract; evenbeeld; handvest; overeenkomst; regeling; schikking; statuut; vrijbrief
|
relación
|
akkoord; alliantie; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag
|
aansluiting; affaire; avontuurtje; band; bericht; binding; connectie; correlatie; gebondenheid; het gebonden zijn; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; link; onderling verband; rapport; referaat; relatie; reportage; samenhang; schakel; slippertje; verband; verbinding; verhaal; verhouding; verkering; verslag; weergave
|
reunión
|
bond; broederschap; genootschap; sociëteit; vereniging
|
Webvergadering; bijeenkomst; congres; hereniging; manifestatie; reunie; samenkomst; samenzijn; sociëteit; soos; vergadering; weerzien; zitting
|
sociedad
|
bond; broederschap; club; genootschap; gilde; orde; organisatie; societiet; sociëteit; soos; unie; vereniging
|
bedrijf; burgers; coöperatie; gemeenschap; gezelligheidsvereniging; handelsbedrijf; maatschappij; samenleving; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; vennootschap
|
solidaridad
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; gemeenschapsbesef; gemeenschapsgeest; gemeenschapszin; harmonie; lotsverbondenheid; overeenstemming; saamhorigheidsgevoel; solidariteit; verbondenheid
|
tratado
|
akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag
|
afspraak; akkoord; contract; coöperatie; evenbeeld; overeenkomst; regeling; samenwerkingsverband; schikking; traktaat; traktaatje
|
unión
|
akkoord; alliantie; ambachtsgilde; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; club; federatie; genootschap; gilde; liga; orde; organisatie; pact; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; verbond; verdrag; vereniging
|
aansluiting; band; bijeenlegging; binding; connectie; coöperatie; gebondenheid; het gebonden zijn; liaison; link; optelsom; relatie; samenhang; samenvoeging; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; verband; verbinding; verbindingsstuk
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tratado
|
|
behandeld
|